Verslagen van HSC 1
25 april 2015: Dubbelschaak - HSC 1 (door Hugo Faber)
Zaterdag 25 april stonden wij voor de krachttoer om het akelig homogene team van Dubbelschaak pootje te lichten. Dubbelschaak had niets aan het toeval overgelaten voor deze kampioenswedstrijd. De uitgebreide (en uitstekende) verslagen van de externe wedstrijden werden van de server verwijderd, zodat een meer precieze voorbereiding van onze kant niet mogelijk was. Verder was hun 'zwakste' speler (toch nog altijd een rating van boven de 1950) uit het team gelaten en werd een 2200+ speler (!) opgesteld.
Pim, die tot nu toe prima met wit had gescoord, redde het vandaag niet. Na een kleine achterstand in ontwikkeling te hebben opgelopen; hij had nog niet gerokeerd, terwijl zijn tegenstander met dreigingen kwam, werd hij opgescheept met een gepende loper op de e-lijn. Pim bleef weinig anders over dan kort te rokeren en zijn loper op e3 te laten ruilen. Dat kostte hem wel een pion. Dit werd er later nog een en toen was de stelling niet meer te houden. We stonden dus met 1 - 0 achter.
Met bijgetankt zelfvertrouwen na mijn interessante avondcompetitiepartij van een week geleden tegen een 2200+ speler, had ik mijzelf op bord 1 gezet. Dat was uiteraard ook om onze opstelling niet al te voorspelbaar te laten zijn. In mijn partij had ik steeds een klein plusje, tot het moment waarop zwart de overhand dreigde te krijgen. Daar redde ik me uit met een mataanval, die me een pion op h7 opleverde tegenover kwaliteitsverlies. Als mijn tegenstander krampachtig op kwaliteitsbehoud had gespeeld, had ik het wellicht nog gewonnen. Nu gaf hij de kwaliteit onmiddellijk terug. Misschien dat ik zo lang mogelijk had moeten wachten met het terugwinnen daarvan, want nu kreeg ik een stelling, waarin zo goed als niets meer mogelijk was. Ik zag in elk geval geen enkel plan. Remise dus.
Ruben probeerde van alles om zijn tegenstander (invaller) omver te trekken maar slaagde daar niet in. Nergens werd het evenwicht verbroken en het ontstane lopereindspel werd dan ook remise gegeven.
Bij Jerzy gebeurde er van alles deze middag! Ik vond de variant (zal wel theorie zijn), die hij speelde, zeer verdacht. Hij bemachtigde met zijn dame een witte toren in ruil voor een onduidelijke materiaalverhouding en een slechte positie van zijn zwarte koning in het midden. Wellicht, dat ik niet de enige was, die nog weinig gaf voor de overlevingskansen van Jerzy. Jerzy richtte zich echter op. Wit kwam er niet doorheen. Uiteindelijk verkreeg Jerzy een dame tegen toren en paard. Met ook nog eens vrije g- en h-pionnen was de winst eenvoudig. Gelijke stand dus!
Maarten speelde een spannende maar moeilijke pot. In wederzijdse tijdnood blunderde Maarten door dames te ruilen en daarmee geforceerd een kwaliteit te verliezen. Het ontstane toren en paard tegen toren en toren eindspel was goed genoeg voor Maarten om het niet meer te verliezen. Zijn zeer sterke paard dreigde zwart steeds in een matnet te krijgen. Helaas was dat niet voldoende voor de winst.
Pascal had dus een zwaardere tegenstander dan de door mij verwachte vaste speler. Hij begon dapper aan zijn partij, kon echter na een dubbele aanval op g6 en b7 pionverlies niet voorkomen. Pascal besloot om zijn b7 dan maar te geven in ruil voor compensatie. Hij kreeg wel wat compensatie, maar veel was het niet. Zijn tegenstander zorgde ervoor, dat hij zijn stukken bij elkaar hield, zodat er geen trucs in de stelling gebracht konden worden. De stelling van Pascal verslechterde meer en meer en uiteindelijk moest hij capituleren. Daarmee was voor Dubbelschaak het beslissende punt voor het kampioenschap behaald.
Paul, die ik weer zwart had gegeven vanwege zijn goede resultaten met die kleur, knokte weer voor wat hij waard was. Hij heeft wellicht winstkansjes gehad, wist tenslotte in een eindspel met een pion meer te belanden. Dit (toren)eindspel bleek echter niet meer te winnen
En zo was Bart nog als laatste aan het spelen. Voorafgaand aan de wedstrijd hoopte ik dat Bart een punt zou gaan halen. Helaas heeft dat er de hele dag niet ingezeten. Bart kreeg net meer dan een gelijke stelling en normaliter zou hij het ook remise gegeven hebben. Nu ging hij door, kwam in een eindspel een pion achter en later nog een. Het resulterende toren tegen toren en twee pionnen eindspel was uiteraard verloren.
Jammer, maar het is niet anders. Volgend seizoen gaan we er gewoon weer voor!
Dubbelschaak (2149) | HSC 1 (2059) | 5 - 3 |
Peter Boll (2128) | Hugo Faber (2128) | ½ - ½ |
Job de Lange (2216) | Ruben Venis (2219) | ½ - ½ |
Rob van Meurs (2089) | Bart Dekker (2199) | 1 - 0 |
Guido Jansen (2143) | Paul van Asseldonk (2023) | ½ - ½ |
Brent Burg (2192) | Pim Blijlevens (1935) | 1 - 0 |
Martien van der Meijden (2116) | Jerzy Cebula (1986) | 0 - 1 |
Camiel Peerlings (2210) | Maarten Smit (2015) | ½ - ½ |
Michel van der Stee (2097) | Pascal Boudewijns (1967) | 1 - 0 |
11 april 2015: HSC 1 - De Drie Torens (door Hugo Faber)
Om koploper Dubbelschaak bij te houden, was het nodig om zaterdag 11 april tegen het vrij laag geklasseerde De Drie Torens te winnen. Helaas kwam het er niet van... Met veel pijn en moeite kwamen we tot een 4 - 4 en daar zaten enkele niet ingecalculeerde uitslagen bij.
Bart was redelijk snel klaar. Hij had niet veel weten te bereiken. In een wat merkwaardig uitziend pionnencentrum (witte pionnen op d4 en f4 en zwarte pionnen op d5 en f5) werd alles dichtgeschoven, zodat remise een logische uitslag was.
Een tegenvaller die middag was de remise van Ruben. Met zwart had hij een pion weten te winnen, dus ik verwachtte dat het eindspel beheerst uitgetikt zou gaan worden. Helaas wist tegenstander Kocken zijn stukken tijdig naar de enige open plek op het bord te dirigeren, waarna Ruben er niet meer doorkwam.
Johan had vanmiddag weer zijn favoriete kleur en favoriete opening op het bord. Het ging echter mis bij hem, toen hij eerst zijn pion van d5 naar d4 speelde en later nog eens naar d3. Daar kwam die pion moederziel alleen te staan en werd die door de witte stukken omsingeld en opgepeuzeld. Zo kwamen we tenslotte op achterstand.
Maarten bereikte niets met wit en bracht zichzelf op ontwikkelingsachterstand. Dat kostte hem een pion. Het ontstane eindspel transformeerde in een enkel toreneindspel, waarbij Maartens tegenstander consequent pionnen begon te ruilen, dus: 4 tegen 3 werd 3 tegen 2 en tenslotte werd dit 2 tegen 1. In die fase heeft Maarten naar eigen zeggen remise gemist, door te verzuimen na torenschaaks een van zwarts pionnen aan te vallen, waarna wit die pion met zijn koning zou moeten dekken, waarna opnieuw de torenschaaks gegeven zouden kunnen worden, enzovoort...
Ik was de eerste HSC'er die een duidelijk betere stelling kreeg en ook een pion wist te winnen. Daarna werd het opeens een stuk moeilijker toen ik de koning van mijn tegenstander terugdreef met zwart materiaal, bestaande uit een toren, een h-pion en een loper van de 'verkeerde' hoekkleur. Gelukkig maakte mijn tegenstander - net toen ik me afvroeg hoe het nu verder moest - de beslissende fout, waarna een mat niet meer te verhinderen viel.
Er zijn Siciliaanse varianten, waarin je met zwart niet te snel g6 moet spelen, omdat wit vervelend e5 kan doen (d6xe5 loopt dan verkeerd af). Paul had ook zoiets na een luttel aantal zetten en ik was dan ook niet gerust op de afloop, maar Paul kwam er toch nog behoorlijk uit. In een eindspel met wederzijdse vrijpionnen werd aan beide kanten een dame gehaald. Paul wist toen - met opoffering van een pion - een tweede vrijpion te creëren, die het eveneens tot dame bracht. Nadat wit enkele schaakjes kon geven, gaf hij op. Een meevaller dus!
Na een langdurig gevecht waarbij ik niet weet of Jerzy ergens beter heeft gestaan, kwam hij uiteindelijk in een verloren eindspel terecht. Beide spelers hadden een randpion en nog twee lichte stukken. Het probleem was, dat de h-pion van Jerzy makkelijk kon worden afgestopt, maar de zwart a-pion niet meer. Jerzy moest dus spoedig capituleren.
En zo moest Pim de stand weer gelijk proberen te trekken. Het zag er bepaald niet naar uit dat dat ging lukken. Na een wat onduidelijke partij was Pim in een wel erg potremise eindspel terechtgekomen. Uiteindelijk kreeg hij een toren en g-pion tegenover een toren en b-pion. Onder tijdsdruk ging Pims tegenstander de fout in. In plaats van met zijn eigen pion door proberen te lopen en dan zijn toren voor wits g-pion te offeren, ging hij met zowel koning als toren naar de g-pion toe. De g-pion stond inmiddels op g7 en kon tenslotte niet meer van promotie worden weerhouden, zodat de 4 - 4 gelukkig nog bereikt werd.
Door het gelijkspel van Dubbelschaak doet de laatste ronde er zowaar nog toe. Met 5 - 3 winnen van Dubbelschaak is echter wel een Herculestaak...
HSC 1 (2050) | De Drie Torens (1961) | 4 - 4 |
Ruben Venis (2219) | Wilbert Kocken (2157) | ½ - ½ |
Bart Dekker (2199) | Ad Feelders (2013) | ½ - ½ |
Paul van Asseldonk (2023) | Arnoud Jansen (1947) | 1 - 0 |
Maarten Smit (2015) | Willem van den Brink (2005) | 0 - 1 |
Hugo Faber (2128) | Joost van den Bighelaar (1971) | 1 - 0 |
Jerzy Cebula (1986) | Huub Leemans (1952) | 0 - 1 |
Johan Wuijts (1895) | Bert-Jan Panjoel (1906) | 0 - 1 |
Pim Blijlevens (1935) | Maarten Werkhoven (1734) | 1 - 0 |
21 maart 2015: 't Pionneke - HSC 1 (door Hugo Faber)
Op zaterdag 21 maart speelden we tegen een oude bekende, het Roermondse 't Pionneke. De verwachting was dat dit een zware wedstrijd zou worden en dat kwam ook volledig uit, maar wat moesten we van ver komen... En dan bedoel ik dus niet de heenreis.
Het begin was niet echt bemoedigend. Bart speelde een wat dubieuze Franse variant, waarin hij zijn toren op h8 gaf voor een onduidelijke materiaalverhouding. Hij meende op een gegeven moment de rokade van wit te kunnen verhinderen, maar die deed dat toch... Even later werd eenvoudig een kwaliteit geofferd voor het schaakgevende paard op f2. Het witte paard kon inmiddels binnenvallen op de zwakke velden e5 (met schaak) en g5 (met schaak). Het was snel duidelijk dat Bart dit niet ging houden.
Een andere tegenvaller was de matige partij van Paul. Hij liet zijn tegenstander via c3 de toren op a1 inslaan in de veronderstelling, dat hij die dame in kon sluiten, maar zoals hij het deed, kon de zwarte dame eenvoudig een heenkomen vinden na Da1-b1 (na La3 kan zwart terug over de b-lijn en na Lb2 valt pion a2) en stond Paul dus een toren achter. Een kansloze zaak dus.
Johan speelde met wit een Franse pionoffervariant in ruil voor aanval op de zwarte koning en die kreeg hij ook wel. Zijn tegenstander had hem wellicht wat meer op de proef kunnen stellen. Zoals het nu ging, moest Johan dames ruilen en daarmee was ook zijn aanval weg. Uit het resterende eindspel was weinig meer te halen en dit werd daarom remise gegeven.
Ik keek bij het bord van Pim en was me aan het afvragen, waarom hij nu in hemelsnaam het 'malle' d6-d5 (pionnen van wit op c4-d4-e4 en pionnen van zwart op d5, e6 en f5) had gespeeld. De clou kwam een zet later: na e4xd5 van wit kwam Lb4 (met aanval op dame (c3) en toren (e1). Hierna was het de beurt van zijn tegenstander om mij te verbazen. Hij liet namelijk zijn dame gewoon op c3 staan! Dat leverde hem twee stukken op met zowaar compensatie, ook omdat Pim zijn loper op a8 had laten insluiten. In het eindspel greep wit mis. Na een g4xh3 van Pims kant (witte koning op h2) reageerde hij niet adequaat, waardoor Pim na het zetten van de dame op f1 ondenkbaar mat op g2 had!
Door mijn toedoen werd de achterstand jammer genoeg weer vergroot. Ik speelde met wit op het ontregelen van zwarts ontwikkeling door een Lc8-e6 van zwarts kant te verhinderen Tot mijn verrassing speelde Eduard Coenen toch Le6! Na ruil van mijn loper op e6 kreeg zwart weliswaar twee geïsoleerde e-pionnen, maar die waren toch niet zo makkelijk aan te tasten. In het eindspel dat later op het bord kwam greep ik mis. Met niet zo heel veel tijd meer, koos ik voor een verkeerd plan, waardoor mijn loper op g3 na een h5-h4 van zwart geen goed heenkomen meer had. Ik offerde de loper dus maar, maar het toren tegen toren en paardeindspel bleef verloren...
Onze achterstand werd opnieuw verkleind en ditmaal door Gerard, die voor Maarten (vanwege een overlijden in de familie) inviel. Uiteraard rokeerde hij weer eens niet (kan iemand hem dat eens bijbrengen?) en zijn zwarte h-pion kwam uiteindelijk op h3 uit. In de tussentijd wist hij wel af te wikkelen naar een eindspel met een vrijpion, dat gewonnen werd.
Jerzy stond een lange tijd niet veel beter, maar wist in het twee torens en paardeindspel een pion te bemachtigen. Na een ruil van een paar torens en na nog een foutje van zijn tegenstander leidde dit tot een nog snellere winst dan ik aanvankelijk dacht. Hiermee hadden we onze achterstand helemaal recht getrokken!
En zo moest Ruben dus de beslissing gaan brengen! In een vroeg stadium veronderstelde ik, dat zijn partij tegen Ger Janssen waarschijnlijk wel remise zou worden, maar daar bleek Ruben anders over te denken. Hij nam het iniatief won een kwaliteit, gaf die later weer terug, waarna hij enkele pionnen voorkwam. In het resterende dame en paard tegen dame en lopereindspel wist Ruben zijn paard tegen de loper te ruilen en daar weer een pion mee te winnen. Toen geloofde zijn tegenstander het wel en gaf op.
Hiermee houden we onze tweede plaats en kunnen we er wellicht voor zorgen dat promotie van Dubbelschaak op zijn minst geen formaliteit wordt.
't Pionneke (2058) | HSC 1 (2050) | 3½ - 4½ |
Ger Janssen (2234) | Ruben Venis (2219) | 0 - 1 |
Ivan Utama (2110) | Bart Dekker (2199) | 1 - 0 |
Guido Royakkers (2110) | Paul van Asseldonk (2023) | 1 - 0 |
Narcis Sofic (1933) | Jerzy Cebula (1986) | 0 - 1 |
Eduard Coenen (2119) | Hugo Faber (2128) | 1 - 0 |
Geert Peeters (2055) | Pim Blijlevens (1935) | 0 - 1 |
Gerard Roufs (1934) | Johan Wuijts (1895) | ½ - ½ |
Paul Aben (1969) | Gerard van de Kerkhof (2014) | 0 - 1 |
7 maart 2015: HSC 1 - De Giessen en Linge (door Hugo Faber)
Zaterdag 7 maart traden we - verzwakt - aan tegen het voor ons onbekende De Giessen en Linge. Kopman Ruben ontbrak, maar doordat Hans Nacinovic bereid was gevonden om in te vallen in het tweede, konden wij gebruik maken van de diensten van John van Rooij.
Jerzy, dit keer door mij op bord 2 opgesteld, omdat hij de laatste tijd in redelijk goede vorm verkeert, kon het dit keer jammer genoeg niet waarmaken. Na een lange rokade van Jerzy, bleek zijn damevleugel nogal kwetsbaar. Wit probeerde wel spel te krijgen op de koningsvleugel, maar een aanval kwam daar niet van de grond. Uiteindelijk viel zwart met zijn stukken binnen en werd hij heer en meester op de diagonaal a1-h8. Aangezien Jerzy eerder al b2-b3 moest spelen, werd die diagonaal hem noodlottig.
Zelf had ik een andere opening voorbereid met zwart op e4, maar ik keerde toch weer terug naar wat ik nu eenmaal vaak speel. Ik kwam redelijk te staan, maar wist niet het goede strijdplan te vinden. Na nog wat stukkenruil ontstond een loper en paard tegen paard en paard eindspel, waarin mijn tegenstander nog wat had kunnen proberen. Hij bood echter remise aan en dat kon ik redelijkerwijs niet weigeren. Bovendien leken de ontwikkelingen op de andere borden gunstig voor HSC.
Pim kon de wedstrijdstand gelukkig weer gelijk trekken. Na een aangenomen damegambiet (?) kreeg zwart met zijn loper op b7 controle over de diagonaal b7-g2, maar de dames werden later gelukkig geruild, zodat dit voordeel geen betekenis meer had. Pim wist nog twee pionnen buit te maken en voerde het eindspel naar winst.
Met Johan II (Johan I - Zuydendorp - is helaas alweer een tijdje niet meer onder ons) gaat het de laatste tijd wat minder, schaaktechnisch wel te verstaan. Hij kwam heel behoorlijk te staan en na een e5-e4 werd een paard op f3 aangevallen en dreigde Johan een inktvis op d3 te planten. Wat er daarna gebeurde is voor mij nog een mysterie, maar Johan moet ergens een ernstige fout gemaakt hebben, want hij bleek de partij te hebben verloren!
Maarten kwam door wat onnauwkeurig spel in de opening een pion achter, maar kwam terug in de partij doordat zijn tegenstander zich onnodig een kwaliteit liet afnemen. Jammer genoeg had hij daar wel voldoende compensatie voor via zijn dreigende pionnenfront op de damevleugel. Toen die pionnen zich in beweging zetten, werd de kwaliteit meer van Maarten behoorlijk minder waard. De devaluatie was zodanig, dat Maarten - na herhaling van zetten - zich gedwongen voelde om drie keer dezelfde stelling te claimen. Hij deed dat netjes volgens het boekje: de voorgenomen zet opschrijven, klok stilzetten en wedstrijdleider Millo erbij halen. Na reconstructie van de partij, bleek Maartens claim terecht.
Inmiddels was ik nog niet zo heel optimistisch over een mogelijke zege van ons. Paul zou wel gaan winnen, maar John moest zijn stelling nog maar overeind zien te houden en in de partij van Bart leek de witte koningsvleugelaanval veel sterker dan de zwarte damevleugelaanval, waarbij vooral de dame van Bart een nutteloos stuk leek.
Gelukkig nam de partij van Bart een gunstige wending. Na een afruil van torens kon de slechter staande dame van Bart via een schaakje weer goed in het spel worden gebracht. Toen wit daarna een blunder maakte, kon een welkom punt worden bijgeschreven!
Paul stond eerder in de partij wat minder zo leek het, maar in het eindspel toren en paard tegen toren en paard wist hij enkele pionnen te winnen. Toen Paul een pion naar h2 wist te brengen, daarmee de witte toren op h1 te binden, was het pleit snel beslecht.
De laatste, beslissende, partij werd heel spannend. John en zijn tegenstander maakten er een waar lopengravengevecht van. Later begon zwart toch druk te zetten (dat was ook noodzakelijk, want ze stonden achter) en moest John oppassen om wel telkens de juiste, verdedigende, zetten te blijven doen. De partij kantelde snel toen John zijn dame via h1 (!) weer wat actiever in het spel bracht. Zijn tegenstander reageerde prompt verkeerd, wat hem een stuk kostte. John had toen de partij kunnen uitmaken, maar hij was wellicht vermoeid geraakt na het langdurig verdedigen. Na een korte blik op het wedstrijdformulier gaf hij dan ook eeuwig schaak. Na deze zwaar bevochten overwinning staan we zowaar weer ongedeeld tweede achter Dubbelschaak!
HSC 1 (2006) | De Giessen en Linge (2037) | 4½ - 3½ |
Bart Dekker (2199) | Jesper Nederlof (2186) | 1 - 0 |
Jerzy Cebula (1986) | Andries Dekker (2120) | 0 - 1 |
Hugo Faber (2128) | Bobby Fijlstra (2037) | ½ - ½ |
Maarten Smit (2015) | Jaco Vonk (2052) | ½ - ½ |
Paul van Asseldonk (2023) | Eddy Korevaar (1849) | 1 - 0 |
Pim Blijlevens (1935) | Hemmo Mulder (2020) | 1 - 0 |
Johan Wuijts (1895) | Tim Schakel (2042) | 0 - 1 |
John van Rooij (1866) | Henk Boot (1988) | ½ - ½ |
7 februari 2015: WLC - HSC 1 (door Hugo Faber)
Zaterdag 7 februari leek het wel of heel HSC last had van voorjaarsmoeheid: er lukte weinig deze dag. Wij speelden tegen WLC, dat op de laatste plaats stond, maar weldra bleek, dat ze niet onderschat moesten worden.
Johan kreeg een Franse ruil(beren)variant op het bord en vroeg even later of hij remise mocht aanbieden. Van mij mocht het wel, maar van zijn tegenstander moest hij nog maar even bewijzen, dat het daadwerkelijk remise was. Even later werd de remise dan toch overeengekomen.
Ruben wist niet veel te bereiken tegen een Tarrasch-opening (waarin zwart een geïsoleerde d-pion heeft, maar actief spel) en hij moest berusten in remise.
Jerzy kreeg door een verkeerde zet wat ontwikkelingsmoeilijkheden. Zijn paard op d7 moest hoognodig naar c5 springen, om iets met de loper op c8 te gaan doen. Na een foutje van tegenstander Rudy Simons, lukte dat uiteindelijk toch. Daarna doemde een nieuwe dreiging op toen wit via afruil van zijn g-pion een dreigend pionnenfront e5 en f5 maakte. Jerzy zag zich toen genoodzaakt om een stuk te geven voor twee pionnen. Achteraf had Jerzy het in die fase iets beter kunnen spelen, aldus Rudy. Nu ging na een schaakje gevolgd door een familieschaakje de loper van Jerzy verloren.
Maarten speelde tegen Roel Copic, waar hij al eens remise tegen had gespeeld. Dit keer moest hij oppassen, dat hij niet ingesloten zou worden door pionnen van wit op e5 en c5. Gelukkig zag Maarten dat gevaar ook en offerde een pion. Hij wist daarmee nog voldoende tegenkansen te scheppen om zo toch nog een remise te bereiken.
Ik heb een paar keer een blik op de partij van Pim geworpen, maar zag elke keer geen enkel voordeel voor Pim (die met wit speelde). Hij moest tenslotte in remise berusten.
Bart verloor na zijn interne competitiepartij tegen Maarten, zijn tweede partij met zwart deze week. De avond ervoor meldde hij dat hij ziek was, maar gelukkig voelde hij zich de dag daarop toch weer wat beter zodat hij toch kon spelen. Zoals het nu ging werd hij langzaam maar zeker weggespeeld.
Paul speelde een slechte partij. Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik. Tegenover een zwarte opstelling met c6, g6, f6, Ph6 gevolgd door Pf7 stelde hij zich vrij passief op met wit. Even later werd een pion in de aanbieding gedaan (of geofferd?). Omdat Paul's stukken zich nog op de onderste rijen bevonden, had hij volstrekt geen compensatie. Daarbij was zijn loper op c1 ingemetseld. De enige beschikbare velden (b2 en d2) werden gecontroleerd door het zwarte paard op c5. Dit leidde weldra tot wits ondergang.
In de partij tegen mijn collega teamleider wist ik de enige overwinning van de dag te boeken. Na een verkeerde zet verloor zwart zijn geïsoleerde d-pion, door een dekking van die pion los te laten. Zijn beoogde aanvalsobject, pion b2, bleek vergiftigd (Txb2 zou gevolgd worden door Dc1! met aanval op de toren en met de dreiging Dc8+ en weldra mat). In het daarna ontstane dame en toreneindspel werden de dames snel geruild en wist ik met een vrije b-pion de zaak te beslissen.
Het werd dus 5 - 3 voor onze gastheren, die met een voor hen noodzakelijke overwinning huiswaarts konden keren. Aangezien WLC 2 ook nog van HSC 2 won, was het dus helemaal prijs in Eindhoven.
Volgende keer beter.
WLC (1976) | HSC 1 (2050) | 5 - 3 |
Guus Bollen (2171) | Ruben Venis (2219) | ½ - ½ |
Jeroen Medema (2138) | Bart Dekker (2199) | 1 - 0 |
Albert de Wit (2024) | Paul van Asseldonk (2023) | 1 - 0 |
Rudy Simons (1960) | Jerzy Cebula (1986) | 1 - 0 |
Frank Albers (1937) | Hugo Faber (2128) | 0 - 1 |
Roel Copic (1868) | Maarten Smit (2015) | ½ - ½ |
Leo van IJzendoorn (1836) | Pim Blijlevens (1935) | ½ - ½ |
Peter Koymans (1875) | Johan Wuijts (1895) | ½ - ½ |
13 december 2014: HSC 1 - Leudal (door Hugo Faber)
Op zaterdag 13 december speelden we tegen het voor ons onbekende Leudal. Op papier zouden ze eigenlijk geen probleem moeten zijn voor ons, maar in onze klasse zijn er al enkele wedstrijden met een onverwachte uitslag geëindigd. Het was dus zaak om bij de les te blijven. We begonnen in elk geval 'wakker' aan de wedstrijd: ondanks het dit keer vroegere aanvangsuur hoefde ik niemand (uit bed) te bellen.
De tegenstander van Jerzy had minstens 300 ratingpunten minder en als je dan ook nog eens tegen iemand met een 100%-score speelt... Jerzy toonde zijn huidige goede vorm nog eens ondubbelzinnig aan: na amper een uur spelen moest zwart - na materiaalverlies - de koning omleggen.
Iets meer dan een half uur later kwam er een punt van mijn kant bij. In de opening was mijn tegenstander zo gefixeerd op de manoeuvre Lc8-d7-c6, dat hij - na het verjagen van zijn dame door mijn Td1 - vergat dat zijn dame op h4 wel erg slecht stond. Twee zetten later belandde dan ook mijn toren op d4, waarna de stukken direct in de doos konden vanwege de ingesloten dame.
Na onze snelle voorsprong verschenen er op enkele borden - die van Ruben, Bart en Paul - stellingen die mij wat verdacht voorkwamen. Ik had dan ook besloten om wat gereserveerd te staan tegenover signalen om partijen remise te gaan geven.
Op dat moment had ik de remise bij Maarten al ingecalculeerd, maar zoals Maarten terecht had gezien, waren zijn winstpogingen legitiem. Hij speelde een ongelijk lopereindspel door omdat hij vrijpionnen op beide vleugels had. Helaas speelde Maarten het verkeerd: hij had de zwarte vrijpionnen snel uit elkaar moeten spelen, zodat hij met zijn loper hun opmars had kunnen blokkeren en met zijn koning naar voren had kunnen lopen. Nu moest hij uiteindelijk in remise berusten.
Met de remise van Johan was ik uiteindelijk allang tevreden. Johan kreeg een open stelling, waar hij zich vast prettig bij voelt: een pion minder (geofferd), maar wel met aanvalskansen als de zwarte koning kort zou rokeren. Zijn tegenstander deed een poging om die stelling gesloten te houden en rokeerde lang. Johan won zijn pion terug, maar meer ook niet. Voor mij is het onduidelijk (ik was even elders de inwendige mens aan het versterken) of Johan nog serieuze winstkansen heeft gehad, maar wel duidelijk was dat Johan zijn greep op de stelling beetje bij beetje kwijt begon te raken: 'onderste rij-grappen' doemden al op aan de horizon. Gelukkig kwam er toen een eindspel op het bord dat al snel remise werd gegeven.
Paul kreeg vanuit een Siciliaan een stelling die er wat complex uitzag, maar wel volgens het klassieke patroon: wit valt aan op de koningsvleugel en zwart doet dat op de damevleugel. Net op het moment dat het LEEK of wit wat had, plofte een toren van Paul binnen op c2! Daarmee leidde hij een prachtig schijnoffer in. Om verder materiaalverlies te vermijden moest wit afwikkelen naar een eindspel, maar dat zou vanwege de extra vrijpionnen van Paul makkelijk gewonnen moeten zijn. Wit versnelde zijn einde door zijn toren in te laten sluiten. Daarmee stond het 4 - 1 voor ons.
Jammer genoeg slaagde Pim er niet in om er bij zijn tegenstander door heen te komen. Pim had alle troeven gezet op het zwakke punt h2, en dan maar kijken wat dat oplevert. Twee zwarte torens en een paard stonden er op dat veld gericht. Wit had dat veld echter onder controle door het met hetzelfde soort materiaal te dekken en viel uiteindelijk beslissend op de damevleugel binnen.
Ik vond de stelling van Bart wat verdacht want wit leek sterk te zijn in het centrum, maar Bart speelde om dat centrum heen en slaagde er in om wit een kwaliteit te ontfutselen. Het toren en toren tegen toren en lopereindspel was spoedig gewonnen voor Bart.
Het nieuws dat Bart gewonnen had - en daarmee dus de wedstrijd - was een geruststelling voor Ruben, want hij kon zijn pogingen voor het nog verdedigen van zijn inmiddels verloren stelling staken. Ruben had met zwart dit keer voor een wat onjuiste Franse opzet gekozen. Het gevolg was dat hij na stukkenruil gedwongen was om zijn traditionele slechte c8 loper achter de pionnenketen e6-d5-c4 te houden. Inmiddels was zijn koningsvleugel zwak geworden: pionnen h6 en g5 konden niet meer worden verdedigd. Terwijl de tegenstander die pionnen opruimde en een vrije h pion kreeg, probeerde Ruben tegenkansen te scheppen via een aanval door het midden. Dat kon echter niet voorkomen, dat hij zijn - inmiddels niet meer slechte - loper voor de h-pion moest geven. Het ontstane toren en paard tegen toreneindspel was uiteraard hopeloos voor Ruben.
Met deze overwinning hebben we onszelf weer bovenaan de ranglijst gespeeld!
HSC 1 (2049) | Leudal (1844) | 5 - 3 |
Ruben Venis (2229) | Ruud van Meegen (2151) | 0 - 1 |
Hugo Faber (2119) | Mark Meyers (1901) | 1 - 0 |
Bart Dekker (2183) | Wolfgang de Cauter (1945) | 1 - 0 |
Maarten Smit (2014) | Arthur Hendrickx (1750) | ½ - ½ |
Pim Blijlevens (1965) | Raoul Lemmen (1888) | 0 - 1 |
Johan Wuijts (1888) | Hans Kivits (1826) | ½ - ½ |
Paul van Asseldonk (2040) | Oscar Freriks (1663) | 1 - 0 |
Jerzy Cebula (1957) | Leon van Duren (1627) | 1 - 0 |
22 november 2014: Voerendaal 3 - HSC 1 (door Hugo Faber)
Het was een zonnige zaterdag voor de lange reis naar Voerendaal (Voerendaal speelt niet in Voerendaal maar in Klimmen om preciezer te zijn) alwaar wij hun derde keus gingen bestrijden. Vorig jaar hadden we van Voerendaal 2 gewonnen, dus ik was optimistisch over onze kansen.
Ter plaatse bleek dat Ruben en ik om 13.00 uur nog de enige aanwezige teamleden waren! Gelukkig gaf Voerendaal ons een kwartier respijt. De Mierlose auto (met Paul en Pim) arriveerde kort daarna, maar de Poolse auto (met Jerzy en Johan) liet nog even op zich wachten. Johan had de vrijdagnacht schaakgod Caïssa ingewisseld voor de god van roes en dronkenschap, Bacchus. Het kostte chauffeur Maarten veel extra tijd om - na een reprimande aan Johan te hebben uitgedeeld - uiteindelijk met Johan binnenboord richting Klimmen te kunnen racen.
We hadden een flitsende start. Op bord 1 zat niet de sterkste speler van het Voerendaalse team, waar Bart wel raad mee wist. In een voor mij zeer ongebruikelijke opzet van de Koningsindische Sämischvariant overzag zwart dat er geen fatsoenlijk vluchtveld meer was voor zijn paard na Barts e4-e5. Pf6-h5 hielp ook niet meer, want uiteraard volgde er g2-g4 met stukwinst. Zo stond het dus na zo'n 45 minuten spelen al 0-1!
Pim kwam met wit al snel beter te staan en dirigeerde daarna zijn stukken richting kwetsbare zwarte koning. Na kwaliteitswinst kon er weer een punt worden bijgeschreven, 0 - 2.
Maarten leek in een Engelse opening in eerste instantie niet zoveel te hebben, maar met Maartens paard aan de rand(!) vergiste zwart zich lelijk: zijn loper op c4 werd afgeruild tegen het paard van Maarten, dat inmiddels op b6 was beland. Het pionnetje op c4 was daarna ten dode opgeschreven. Het uit wanhoop geboren stukoffer van zwart voor een paar pionnen versnelde diens einde alleen maar, 0 - 3.
De schuldbewuste Johan probeerde er in zijn partij toch nog wat van te maken en gelukkig slaagde hij in zijn opzet: hij wist met een Hollandse opening een correcte remise te behalen. Het is zijn tweede remise tegen een 2000+ speler, ½ - 3½.
Mijn tegenstander - GEEN 1300-speler (mij ongunstig gezinde tongen beweerden anders) - ging na een zet of 15 in de fout. Via g2-g4 (met gerokeerde koning) was mijn paard tegen het zijne afgeruild op h4. Een f2-f4 kostte hem een pion na Pc6xd4. Het paard was onkwetsbaar voor wits dame wegens Lf8-c5 met damewinst. Enkele zetten later ging de g4 pion er ook nog eens af, gevolgd door dameruil. Kansloos dus voor wit, ½ - 4½.
In tegenstelling tot Paul en in tegenstelling tot zijn scores in eerdere seizoenen lukt Jerzy het scoren nu wel! Vandaag wist hij voor de derde achtereenvolgende maal te winnen in een partij die alle kanten op ging. Eerst leek het er op, dat Jerzy een stuk zou gaan winnen. Met een aaneenschakeling van materiaalruil wist wit dat te voorkomen en kreeg toen zelfs voordeel. Later nog maar eens gekeken en toen was het een wederzijds toren en lopereindspel met Jerzy een pion meer! Met een ver opgerukte pion wist Jerzy wits loper te ontfutselen en toen was de winst niet moeilijk meer, ½ - 5½.
Ruben had een wat moeizame partij zo leek het me. Hij kwam een pion voor te staan in een dame en toreneindspel, maar het was nog niet zo makkelijk. Gelukkig wist Ruben dameruil te forceren. Daarna leek de partij - voor de oppervlakkige toeschouwer - wat knullig te verlopen, nadat de tegenstander zelfs op een pion voorsprong kwam. Gelukkig kon Ruben door het naar voren wandelen met een vrijpion zich die luxe veroorloven. Op het moment dat wits toren op de d-lijn naar de onderste rij wilde gaan om de vrijpion tegen te houden, zette Ruben logischerwijs ook zijn toren op de d-lijn en daarmee was ook dit punt binnen, ½ - 6½.
Paul had de eerste externe wedstrijd met zwart verloren, maar vandaag had hij wit en leek hij er toch wel wat van te kunnen maken met een Siciliaanse Maroczy, waarin de zwartveldige lopers in een mum van tijd werden geruild. Toen zwart ook nog eens g6-g5 deed (kennelijk met het doel om wit van f2-f4 te houden) zag ik het wel zonnig in voor Paul. Het was dan ook ietwat teleurstellend dat Paul niet wist te profiteren. Integendeel, hij werd op de koningsvleugel overspeeld en moest tenslotte een stuk inleveren, 1½ - 6½.
's Avonds bij de Griek bleek dat Caïssa ons gunstig gezind was die dag. Een blik op de iPhone van Maarten leerde ons dat titelfavoriet Dubbelschaak had verloren en dat De Combinatie - waar we de vorige keer van hadden verloren - voor een tweede maal niet verder dan 4 - 4 was gekomen. Wellicht dat Pascal openstaat voor nieuwe weddenschappen aangaande promoties en degradaties van teams?
Voerendaal 3 (1966) | HSC 1 (2049) | 1½ - 6½ |
Tom Vrouenraets (1868) | Bart Dekker (2183) | 0 - 1 |
Hans Dam (2051) | Ruben Venis (2229) | 0 - 1 |
Ger Schaffhausen (1961) | Maarten Smit (2014) | 0 - 1 |
Marcel Didden (1974) | Hugo Faber (2119) | 0 - 1 |
Paul Stuemer (2103) | Paul van Asseldonk (2040) | 1 - 0 |
Sander Bachaus (1866) | Jerzy Cebula (1957) | 0 - 1 |
Guus van den Akker (1895) | Pim Blijlevens (1965) | 0 - 1 |
Jan Fober (2006) | Johan Wuijts (1888) | ½ - ½ |
1 november 2014: De Combinatie - HSC 1 (door Hugo Faber)
Zaterdag 1 november was het de bedoeling dat we onze goede start een vervolg zouden geven tegen De Combinatie. Jammer was het wel dat Paul er niet bij kon zijn. Gelukkig was Sem bereid gevonden om in te vallen.
Johan opende de score met een nette remise tegen een 2000+ tegenstander. In een Franse partij verkreeg wit een pluspion, maar met de koning in het midden kon hij daar niet goed van profiteren. Johan kon dat ook niet, dus besloten ze tot een remise door zetherhaling.
Ruben speelde de opening niet optimaal, In een door wit rustig opgezet systeempje speelde hij vroeg c6 en kwam toen tot de ontdekking dat de loper op c8 zich niet goed kon ontwikkelen. Hij besloot toen maar tot Db6 gevolgd door Dxb2 (en dat moet je ook niet doen als het goed is, zo luidt de regel). Dat kostte uiteraard extra tijd: na vier zetten was de dame weer terug op d8 en had wit een vervelend initiatief. Ruben, waarschijnlijk niet zo tevreden met zijn stelling en het partijverloop kwam uiteindelijk remise overeen.
Bij Pim verliep de opening niet naar wens. Op een gegeven moment had hij zijn koning - gedwongen dan wel vrijwillig - op f7 gezet. Met de witte stukken gericht op de koningsvleugel zou hij in zwaar weer komen. Het werd erger toen wit met een toren op f7 binnenkwam met schaak. Pim had graag de koning een stap naar voren gezet, maar dat zou stukverlies tot gevolg hebben. Dan maar een stap maar achteren. Toen de collega-toren zich ook nog de zevende rij nestelde was het klaar.
Jerzy won een pion, maar daar stond een goed zwart loperpaar op d6 en e6 tegenover en leek zwart een gevaarlijk initiatief op de koningsvleugel te kunnen ontwikkelen. Omdat de dame van Jerzy zich ook nog eens aan de andere kant van het bord bevond, hard ik er nog een hard hoofd in. Gelukkig wist Jerzy met een sterke torenzet zowel stukkenruil als kwaliteitswinst af te dwingen. Het resterende dame en toren tegen dame en loper eindspel wist hij in zijn voordeel te beslissen.
Maarten kreeg onverwachts de sterkste speler tegenover zich. In een Caro-Kann met lange rokade zette hij een koningsvleugel aanval op ter compensatie van de witte damevleugel aanval. Uiteindelijk bood de witte aanval meer mogelijkheden en moest Maarten capituleren.
Bart streed in zijn partij met een loperpaar tegenover een paardenpaar. Ik weet niet goed wat hier gebeurd is, maar hij wist wel de overwinning naar zich toe te trekken.
Ik kreeg een voor mij wat vreemde variant tegenover me (1.e4 Pc6 2.Pf3 f5). In deze partij wisselde het initiatief van wit naar zwart en weer terug, maar heb ik - ook na het naspelen van deze partij - geen duidelijke verbeteringen voor mij kunnen ontdekken. In het uiteindelijke toren en loper tegen toren en loper eindspel was geen eer meer te behalen, vandaar ook hier een remise.
Sem liet zijn centrumpionnen wat uit elkaar spelen, wat leidde tot een d4-e5 pionnenstructuur met dus een 'gat' op d5, dat zwart met allerlei stukken kon bezetten. Sem verloor (of gaf) een kwaliteit en dat verlies veranderde later in een pion (zonder kwaliteit). Het eindspel met die minuspion was - zoals verwacht - ondanks manmoedig verzet van Sem niet meer te houden.
Jammer dus deze nederlaag, maar we gaan gewoon verder.
De Combinatie (2042) | HSC 1 (2021) | 4½ - 3½ |
Rob Aarts (2121) | Bart Dekker (2183) | 0 - 1 |
Bob Jansen (2083) | Ruben Venis (2229) | ½ - ½ |
Egbert Clevers (2079) | Hugo Faber (2119) | ½ - ½ |
Maurice Swinkels (2162) | Maarten Smit (2014) | 1 - 0 |
Gerard van den Berg (2060) | Jerzy Cebula (1957) | 0 - 1 |
Jos Swinkels (2031) | Johan Wuijts (1888) | ½ - ½ |
Stefan Rooijakkers (1865) | Sem van Houten (1811) | 1 - 0 |
Michel Kerkhof (1932) | Pim Blijlevens (1965) | 1 - 0 |
27 september 2014: HSC 1 - Stukkenjagers 3 (door Hugo Faber)
We begonnen zaterdag 27 september aan de eerste externe wedstrijd, ditmaal een trapje lager in de derde klasse KNSB. In deze klasse moet je zelf je wedstrijdleider regelen. We waren het enige HSC-team, dat die dag speelde, maar gelukkig waren Roland en Rob bereid om naar het clublokaal te komen voor het - op parttime basis en op autoritaire wijze - leiden van de wedstrijd.
Promovendus Stukkenjagers 3 was onze tegenstander en een blik op hun teamopstelling leerde me dat een overwinning toch niet al te moeilijk zou moeten zijn.
Maarten opende de score. Met het Engels wist hij tegenstander Erik Dignum onder druk te zetten via twee goede lopers en een sterk paard op d5. Met een aardig kwaliteitsoffer wist hij de partij naar zich toe te trekken. Ik ben benieuwd of hij dit seizoen weer topscorer weet te worden.
Ook Jerzy wist een punt bij te schrijven. Hij gaf zijn tegenstander (een invaller) geen enkel aanknopingspunt en viel met zijn stukken door het midden - waar ook de zwarte koning nog stond - binnen.
Paul dacht deze middag weer eens lang na. Te lang. In een Siciliaanse variant, die niet tot zijn favorieten behoort, liet hij zijn koning in het midden (e7) staan. Dat gaf wit later de gelegenheid tot een vervelend schijnoffer op f6. Paul probeerde nog een loperschaakje op h2 maar na het eenvoudige Kh1 kwam hij er niet meer aan te pas.
Onze debutanten Pim en Johan wisten op de laatste borden ook te winnen. Pim stond goed en kreeg toen een stuk aangeboden, wat een incorrect stukoffer bleek te zijn. Hoe Johan won heb ik niet meer kunnen volgen. In de laatste stelling, die ik van hem zag stond het toch nog vrij gelijk. Zelf vond hij dat zijn loperpaar de doorslag had gegeven.
Bart wist een prima aanval te krijgen op zwarts damevleugel waar de stukken wat verkreukeld stonden opgesteld, getuige de zwarte dame op c8. Na het slaan van b7 met de dame leek het er even op, dat Bart op zetherhaling in zou moeten gaan (Dc7-Db7-Dc7...) maar hij gaf zijn dame voor de aanvallende toren en wist daarna toch nog te winnen.
Ruben kwam deze middag verloren te staan en dat verklaarde hij zelf achteraf ook. Hij wist zich echter naar een remise te knokken.
Zelf had ik een wat lange partij (zo'n 70 zetten), waarin ik zo rondom zet 17 al een klein initiatief had. Na stukkenruil ontstond een paard tegen lopereindspel met twee pluspionnen voor mij. Mijn tegenstander verzette zich nog wel hevig maar moest uiteindelijk berusten in het onvermijdelijke.
Een prima start dus van het nieuwe seizoen.
HSC 1 (2049) | Stukkenjagers 3 (1935) | 6½ - 1½ |
Ruben Venis (2234) | John Greunsven (2021) | ½ - ½ |
Maarten Smit (2003) | Erik Dignum (1958) | 1 - 0 |
Paul van Asseldonk (2056) | Ruud Feelders (1958) | 0 - 1 |
Bart Dekker (2178) | Winifred Paulis (1952) | 1 - 0 |
Hugo Faber (2113) | Henk Jan Beukema (1920) | 1 - 0 |
Jerzy Cebula (1966) | Stefan Hess (1899) | 1 - 0 |
Johan Wuijts (1888) | Joost op 't Hoog (1878) | 1 - 0 |
Pim Blijlevens (1956) | Kienfong Lie Kwie (1892) | 1 - 0 |