Helmondse Schaakclub

Verslagen van HSC 2

 

21 april 2018: HSC 2 - OSV (door Danniël van Boxtel)
HSC 2 heeft het seizoen met een verdienstelijk gelijkspel tegen OSV afgesloten. Hierdoor zijn we op de negende plaats in de eindstand beland. Door versterkte degradatie uit de KNSB zouden er normaliter zelfs vier teams uit de promotieklasse degraderen, maar vanwege de voorgenomen scheiding van de landelijke en regionale competities verwacht ik dat we komend seizoen in de vierde klasse KNSB zullen mogen aantreden.
Joost verwaarloosde de ontwikkeling van zijn stukken en deed teveel damezetten. Na een vervelend schaakje moest zijn koning naar e7 terwijl de loper nog op f8 stond en dat was al een veeg teken. De witte stukken kwamen vervolgens hard binnen en een persistente matdreiging leidde tot beslissend materiaalverlies. Gelukkig was dit vandaag onze enige nederlaag.
Er waren maar liefst zes puntendelingen. Bij Danniël stond dit resultaat al snel op het scoreformulier. Invaller Ton behaalde een plusremise tegen een hoger aangeslagen ex-clubgenoot. Andere invaller Rob had twee pionnen kunnen verliezen, maar zijn opponent durfde zich niet op de resulterende complicaties in te laten. Joep kwam ondanks een mooi paard op f6 niet tot een koningsaanval en was tevreden met een half ei toen zijn tegenstander de nodige counterkansen kreeg. Pascal had het ogenschijnlijk lastig in de opening, maar hij hanteerde een actieve verdediging in het middenspel en maakte nog vrij gemakkelijk remise in het eindspel. Topscorer Gerard had tegen de sterkste Ossenaar een dichtgeschoven stelling, waarin beiden nog uren verder speelden maar geen risico konden nemen.
Roland kwam slecht uit de startblokken. Zijn tegenstander verkoos daarna complicaties boven simpel schaak en vergaloppeerde zich. Roland stond na een sterke damezet aan het roer. Hij won een pion, ruilde de laatste lichte stukken en veroverde in een dame-eindspel nog drie pionnen. Hij vermeed eeuwig schaak alsmede patgrappen en liet na meer dan tachtig zetten de gelijkmaker aantekenen.

 

HSC 2 (1784) OSV (1888) 4 - 4
Gerard van de Kerkhof (2045) Nico Schouten (2135) ½ - ½
Pascal Boudewijns (1933) Peter Snoek (1878) ½ - ½
Roland Robinson (1789) Henk van der Wijst (1894) 1 - 0
Danniël van Boxtel (1856) John Klein Douwel (1919) ½ - ½
Joost Rutten (1742) Michele Montenegro (1920) 0 - 1
Joep Peeters (1674) Rik Broekkamp (1881) ½ - ½
Ton Hageman (1604) Jeroen Hartendorp (1771) ½ - ½
Rob Bakels (1626) Sjaak Laurant (1703) ½ - ½

 

7 april 2018: EGS - HSC 2 (door Pascal Boudewijns)
Met zeven man vertrokken we naar EGS, het lukte Roland niet een vervanger voor John te vinden. Ik opperde dan om bord 1 leeg te laten (waar Roland mij wou posteren) zodat ik door kon schuiven naar John's bord 4, om zo hun sterkste tegenstander, Thomas Kools, te ontwijken...
Ik speelde dus tegen Thomas Kools op bord 4! Omdat HUN bord 4-speler rond aanvangstijdstip nog niet was gearriveerd, besloot de teamleider van EGS dan maar om hun sterkste speler door te schuiven naar bord 4. Mocht de bord 4 speler alsnog arriveren, mocht die voor straf dan maar plaatsnemen op bord 1, waar hij dus geen tegenstander aantrof, en het gratis punt zo kon bijschrijven...
Goed, dat betekende dus al 2 - 0 achter want ik liet in mijn "geliefde" Schandinaviër al binnen 12 zetten mijn dame opsluiten.
Roland echter verkleinde de marge naar één bordpunt achterstand. Hij trof een tegenstander die met wit bord 8 beloofd was schijnbaar, maar speelde met zwart op een beduidend hoger bord. Roland was pionwinst aan het voorbereiden. Zijn tegenstander kon die echter op zijn beurt met een voorbereidende zet terugwinnen, maar besloot onmiddellijk te graaien. Na de daaropvolgende slagenwisseling bleek dat stuk ineens ongedekt te staan en was Roland de laatste die kon graaien, 2 - 1 achter nog maar.
Gerard op bord 2 scoorde er een halfje bij. Hij sloeg met zijn zwarte dame op b2 en liet toe dat zijn tegenstander een sterk paard op b5 verkreeg. Toch vertrouwde deze het niet helemaal; wit offerde zijn pion op a2 er ook nog bij en kon toen Gerard's dame eeuwig aan blijven vallen, waarna de vrede getekend werd. 2½ - 1½.
Die marge werd toch weer twee bordpunten, toen onze Joep iets te enthousiast een pion offerde op de koningsvleugel voor aanval. De aanval werd gepareerd, en Joep liet zich verleiden, om de aanval gaande te houden, een aantal slechte zetten te doen, waarna zwart met enkele krachtzetten de aanval overnam en won, 3½ - 1½ achter.
Vervolgens scoorde Danniël een vol punt. Uw verslaggever dacht dat hij niet zo best stond vanwege een sterke loperdiagonaal van zijn tegenstander, maar toen Danniël de gelegenheid kreeg om met een loperschaakje de rokade te verhinderen, denderde hij plotsklaps door de zwarte stelling heen. Elke zet was raak en er verdween meer en meer hout van het bord, vooral van zijn tegenstander, totdat deze opgaf, 3½ - 2½ achter.
Marcel speelde als een jonge god. Met een volle tank aan zelfvertrouwen viel hij aan. Dat leverde een pion op, echter deze werd weer teruggewonnen. Na een ogenschijnlijke blunder van zijn tegenstander, leek hij een stuk te winnen. Deze bracht als antwoord een werkelijk briljante zet op het bord, en Marcel moest opletten, dat hij het niet verkeerd deed en zelf hout achter kwam. Gelukkig vermeed hij de valstrik en hield er weer een pion aan over. In het daaropvolgende eindspel, dat ik gemist heb, ging het toch ergens mis en verloor hij een kwaliteit. Het resterende eindspel van loper en twee pionnen tegen toren en één pion werd toch nog remise gekeept, 4 - 3 achter.
Dat het nog 4 - 4 werd was vooral te danken aan de tegenstander van Daan. In een ongelofelijke schuifpartij verdween er pas een stuk van het bord rond de 26e zet. Daan had al eens remise aangeboden, maar had een stuk op de damevleugel buitenspel gezet. Om die reden speelde zijn tegenstander door en creëerde een vrijpion op de koningsvleugel. Deze pion was nog één zet verwijderd van promotie, en zou daarmee de partij winnen, maar wit wilde het mooi doen; hij dacht zijn dame te kunnen schijnofferen tegen een paard, om daarna met een paardvork de dame weer terug te winnen. Er zat echter een groot lek in het offer. Daan hoefde niet met zijn koning terug te slaan, waarna de paardvork zijn winnende zet kon uitvoeren, maar hij mocht ook met zijn dame terugslaan. Weg paardvork dus, maar beter nog, ook weg dame. En het promotieveld was ook nog eens gedekt... Enkele zetten later gaf Daan's tegenstander gedesillusioneerd op, met een verdienstelijke onverdiende 4 - 4 als resultaat!

 

EGS (1863) HSC 2 (1763) 4 - 4
Rick van Loy (1908) n.o. 1 - 0 R
Bram van Huygevoort (2069) Gerard van de Kerkhof (2045) ½ - ½
Robin Verhoeven (1810) Danniël van Boxtel (1856) 0 - 1
Thomas Kools (2040) Pascal Boudewijns (1933) 1 - 0
Cas Overzier (1637) Roland Robinson (1789) 0 - 1
Ard van Beek (1840) Daan Hubers (1537) 0 - 1
Alex van Lanen (1920) Joep Peeters (1674) 1 - 0
Bart Plasmans (1683) Marcel Pelgrom (1509) ½ - ½

 

10 maart 2018: HSC 2 - Gardé (door Danniël van Boxtel)
Danniël trof een weinig ambitieuze Jan Broekhuis, die de partij achter de witte stukken gezeten erg rustig opzette en vervolgens vooral op stukkenruil aanstuurde. Danniël was zelf niet in staat om iets overtuigends te bedenken, zodat dit duel roemloos in remise eindigde, ½ - ½.
Roland bereikte tegen Coen Winters een gelijke stelling. Met een puntendeling in aantocht initieerde hij echter een incorrecte combinatie. Roland kreeg slechts twee pionnen voor zijn stuk. Wellicht had hij een derde pion kunnen pakken alsmede dameruil kunnen vermijden, maar zoals het ging resteerde er een nul, ½ - 1½.
Daan wist zich geen raad met de onconventionele speelstijl van Albert Jan Blank. Daan veroverde een kwaliteit, maar Blank heerste over de zwarte velden en richtte al zijn stukken op de witte koning. Onze benjamin investeerde nagenoeg al zijn bedenktijd, maar vond geen afdoende verdediging. Blank deelde rake klappen uit en Daan ging knock-out, ½ - 2½.
Marcel won een pion en zorgde ervoor dat Martijn Cox niet mocht rokeren. De zwarte monarch bleek daarna in het centrum heel veilig te staan, terwijl die van Marcel ernstig onder vuur kwam te liggen. Een dame, twee torens en een paard in de aanval waren teveel van het goede. De koning van Marcel werd midden op het bord mat gezet, ½ - 3½.
John was met licht voordeel uit de opening gekomen, maar Jimmy Geboers speelde het middenspel sterk en bezorgde John een geïsoleerde pion die later een handenbinder werd. Geboers bleef ook met gereduceerd materiaal vervelende speldenprikken uitdelen. John kwam in zetdwang, verloor twee pionnen en was na geforceerde dameruil kansloos, ½ - 4½.
Gerard zette Mathijs Pellemans vast op de koningsvleugel, waarbij zijn pion op h6 een sterke troef was. Pellemans kwam niet tot een tegenaanval en moest zich tot verdedigen beperken. Onder druk ging hij ernstig in de fout, waarna Gerard vanwege een matdreiging een karrenvracht hout won en ons enige volle punt van de dag liet aantekenen, 1½ - 4½.
Pascal speelde zijn geliefde opening en bracht Henk Dissel in de problemen. Die zag zich zelfs genoodzaakt om zijn dame tegen een toren en een stuk te geven. Pascal slaagde er vervolgens niet snel genoeg in om de stelling te vereenvoudigen. Toen dat uiteindelijk lukte had Dissel een truc die ondanks een tussenschaakje van Pascal stukwinst opleverde. In een onduidelijke stelling werd tenslotte remise overeengekomen, 2 - 5.
Joep kwam tegen Wessel Veerbeek moeizaam uit de opening en verloor een achtergebleven pion. Door zijn actieve dame en toren had Joep echter voldoende compensatie. In de tijdnood van Veerbeek neutraliseerde Joep de belangrijkste dreigingen en stelde hij de remise veilig. Door de precaire positie van zijn koning kon Veerbeek immers niet op winst spelen, 2½ - 5½.

 

HSC 2 (1771) Gardé (1829) 2½ - 5½
Pascal Boudewijns (1933) Henk Dissel (1946) ½ - ½
Gerard van de Kerkhof (2045) Mathijs Pellemans (1677) 1 - 0
Danniël van Boxtel (1856) Jan Broekhuis (1836) ½ - ½
John van Rooij (1828) Jimmy Geboers (1886) 0 - 1
Roland Robinson (1789) Coen Winters (1795) 0 - 1
Daan Hubers (1537) Albert Jan Blank (1917) 0 - 1
Joep Peeters (1674) Wessel Veerbeek (1810) ½ - ½
Marcel Pelgrom (1509) Martijn Cox (1765) 0 - 1

 

3 februari 2018: Veldhoven - HSC 2 (door Pascal Boudewijns)
Op zaterdag 3 februari mochten we aantreden tegen Veldhoven zonder Gerard; hij zou invallen in het eerste team. Roland schoof zelf dan maar door naar bord 1.
Ikzelf kon met het schaamrood op de kaken al binnen 11 (!) zetten mijn tegenstander feliciteren; in mijn geliefde Scandinaviër liet ik mij voor de tweede achtereenvolgende keer verrassen door Pg5! Als een kip zonder kop was ik al aan het aanvallen op de koningsvleugel, terwijl mijn tegenstander doodleuk niet rokeerde maar zelf al aanval had op de damevleugel waar ik wel gerokeerd had. Uiteindelijk kon ik kiezen voor stukverlies of pion met kwaliteitsverlies; beide genoeg reden tot opgave.
Helaas kwamen we er niet aan te pas de eerste uren. Ook John werd hardhandig van het bord gezet. Eerst werd de damevleugel leeggeroofd, waarna de koningsvleugel aan de beurt was en het ging daar snel mat.
3 - 0 werd het ook nog. Danniël was het slachtoffer. Zijn zelfvertrouwen was aardig gedaald na zijn verloren bekerpartij afgelopen dinsdag en hij produceerde in een min of meer gelijkstaand eindspel wat mindere zetten. Hij had zijn tegenstander op kunnen zadelen met twee geïsoleerde pionnen, maar verzuimde dit. Nu bleven ze verbonden en zijn tegenstander had machtige lopers in combinatie met een actieve toren. Danniëls stukken stonden elkaar in de weg en hij kon na enkele krachtzetten van zijn tegenstander opgeven.
Hierna deed HSC 2 wat terug. Marcel zijn zelfvertrouwen was aardig gestegen na zijn winst in de beker afgelopen dinsdag en hij had teamleider Roland van tevoren een punt beloofd. Een glimlach kon niet onderdrukt worden... maar hij flikte het hem en daarvoor petje af! Hij kwam in een middenspel terecht met een stuk meer en wist af te wikkelen naar een eindspel met een loper en vier pionnen tegen vijf pionnen voor zijn tegenstander. Dit duurde nog een hele poos eigenlijk, maar de winst kwam niet in gevaar; 3 - 1 achter nog maar...
Helaas ging Joep toen onderuit. Onverwacht. Weliswaar stond hij wat moeilijk in de opening maar zijn tegenstander offerde optimistisch een kwaliteit. Dit leverde geen direct voordeel op, maar hij werd door Joep in het zadel geholpen door een slechte zet; een schaakje met de dame leverde plots een volle toren op voor zijn tegenstander. Ook dit had voorkomen kunnen worden als Joep eerst zijn paard had gegeven; zijn torens dekten elkaar dan, na dame slaat paard met schaak kon Joep zijn toren dan voor zijn koning zetten. Vervolgens had de vijandelijke dame nog maar één veld over en kon Joep met zijn dame een ongedekt stuk terugslaan waarna hij dus nog steeds een kwal voor zou staan... Niet gezien en kort erna 4 - 1.
De wedstrijd ging toen definitief verloren toen Joost en zijn tegenstander remise overeenkwamen. Geen schande voor hem, want zijn tegenstander heeft een hele sloot meer ELO-rating en hij verweerde zich dapper de hele partij. Zijn tegenstander ging door tot het gaatje maar Joost gaf geen krimp; 4½ - 1½.
Roland op bord 1 moest tenslotte ook het onderspit delven. Ook hij hield lang stand en er moest een hele gedwongen slagenwisseling aan te pas komen voordat zijn tegenstander dan eindelijk een pionnetje kon winnen. Wel een belangrijk pionnetje en kundig werd dit voordeeltje omgezet in een vol punt voor de tegenstander, 5½ - 1½.
Het laatste lichtpuntje kwam vandaag van onze Daan. Stond de hele partij al licht beter en dat werd netjes uitgebouwd door een vrijpion te creëren. Langzaamaan werd het materiaal echter uitgedund tot toreneindspel en een zeker lid, helaas niet meer in leven, verzekerde eens dat alle toreneindspelen remise zijn... Daar leek het ook wel op, maar ons talent wist bekwaam zijn toren te geven door deze met schaak op een gedekt veld te zetten. Na toren slaat toren, kon de vrijpion promoveren zonder dat de vijandelijke toren die nog kon oppeuzelen en eindigde dit treffen in een 5½ - 2½ nederlaag.
Min of meer verwacht, maar achteraf gezien... een beetje geflatteerd.

 

Veldhoven (1976) HSC 2 (1734) 5½ - 2½
Huub Schenning (1998) Roland Robinson (1789) 1 - 0
Frans Wolferink (2075) Pascal Boudewijns (1933) 1 - 0
Fred van Empel (2000) Danniël van Boxtel (1856) 1 - 0
Erik van Eijndhoven (2076) John van Rooij (1828) 1 - 0
Gerrit Bruggeman (1958) Joost Rutten (1742) ½ - ½
Jan Peters (1862) Marcel Pelgrom (1509) 0 - 1
Tim van Hellemont (1948) Joep Peeters (1674) 1 - 0
Hans Brave (1890) Daan Hubers (1537) 0 - 1

 

16 december 2017: HSC 2 - De Stukkenjagers 4 (door Danniël van Boxtel)
Gerard werd niet geïnspireerd door de betonstortopzet van Henk Jan Beukema. Reeds na zeven zetten zag hij zijn remiseaanbod geaccepteerd worden. Dit deed me denken aan een toernooipartij waarin een zwartspeler in een Franse ruilvariant reeds na drie zetten remise voorstelde, met de mededeling dat zijn tegenstander blijkbaar geen zin in schaken had, en de witspeler daar bovendien op inging, maar dat terzijde. Dit was de eerste van maar liefst zes remises, ½ - ½.
Joep hanteerde tegen Lex Karstens een gezonde speelstijl. Hij ontwikkelde zijn stukken naar de juiste velden en greep tijdig in toen Karstens een koningsaanval wilde lanceren. Diverse stukken werden geruild, waarna de muziek uit de stelling verdween en beiden het verder wel geloofden, 1 - 1.
Invaller Hans vocht met de jonge Constantijn Beukema een boeiend gevecht uit. Hij stond vanwege enkele lastige penningen enigszins gedrongen, maar kon zich handig bevrijden en de sterke zwartveldige loper ruilen. In het toreneindspel had Hans een pion minder, maar kreeg Beukema zijn handen vol aan een ver opgerukte vrijpion. Remise was het logische resultaat, 1½ - 1½.
John speelde fris van de lever. Hij posteerde een paard op d6 en knalde zijn koningsvleugelpionnen naar voren om de zwarte koningsstelling op te blazen. Joost op ’t Hoog ging aan de noodrem hangen en bleef ternauwernood overeind. Naar verluidt heeft John een winstkans gemist, maar het is me, mede omdat ik het te druk had met mijn eigen partij, niet helemaal duidelijk geworden of dat werkelijk zo is. Vervolgens kwam de partij in rustiger vaarwater en werd het punt gedeeld, 2 - 2.
Invaller Roel kwam tegen Christiaan, een andere telg uit de schaakfamilie Beukema, niet lekker in zijn spel. Zijn koning moest nagenoeg onbeschermd in het midden blijven en de witte stukken kwamen langs alle kanten binnen. Roel heeft het nog lang volgehouden, maar uiteindelijk ging er een volle toren verloren, 2 - 3.
Marcel toverde samen met de onnavolgbare Kienfong Lie Kwie een vrolijke chaos op het bord. Zijn kwaliteitsoffer leek uit nood geboren, maar bleek erg sterk te zijn. De dame en het paard van Marcel vormden immers een gevaarlijk aanvalsduo. Marcel dacht daarna een toren te kunnen winnen door deze met zijn dame te slaan en na dame maal dame via een schaakje met het paard de dame te pakken. Helaas stond zijn paard gepend, zodat Marcel kon opgeven, 2 - 4.
Pascal verprutste de opening en verloor binnen tien zetten een belangrijke pion. Hij wilde opgeven, maar bleef gelukkig vechten. Ron de Veen slaagde er niet in om de genadeklap uit te delen. Hij was echter handig genoeg om bij de 2 - 4 tussenstand remise aan te bieden. Pascal stond nog altijd aantoonbaar slechter en kon dit aanbod echt niet weigeren, 2½ - 4½.
Danniël meende de witveldige loper van Reinier Jaquet te moeten ruilen, maar dit kostte diverse tempi. Hij kwam in de verdrukking en moest met zijn rug tegen de muur diverse keren de ‘enige’ zet vinden om niet te verliezen. Na een onnauwkeurige damezet van Jaquet kwam Danniël terug in de partij. In een vlijmscherpe stelling, die in de uitgebreide analyse nog tot veel plezier leidde, greep Jaquet mis. Danniël overzag op zijn beurt een opgelegde winstmogelijkheid, waarna ook deze partij in remise eindigde, 3 - 5.

 

HSC 2 (1818) De Stukkenjagers 4 (1848) 3 - 5
Gerard van de Kerkhof (2023) Henk Jan Beukema (1940) ½ - ½
Pascal Boudewijns (1955) Ron de Veen (1919) ½ - ½
Danniël van Boxtel (1844) Reinier Jaquet (1876) ½ - ½
John van Rooij (1824) Joost op 't Hoog (1793) ½ - ½
Joep Peeters (1652) Lex Karstens (1891) ½ - ½
Marcel Pelgrom (-) Kienfong Lie Kwie (1833) 0 - 1
Roel van de Donk (1718) Christiaan Beukema (1805) 0 - 1
Hans Nacinovic (1709) Constantijn Beukema (1726) ½ - ½

 

25 november 2017: Eindhoven 2 - HSC 2 (door Danniël van Boxtel)
HSC 2 heeft nogal onnodig van Eindhoven 2 verloren. Na de twee vooruitgespeelde partijen van Joost en Pascal konden we op een ½ - 1½ voorsprong bogen, maar op zaterdagmiddag stond er alsnog een 4½ - 3½ nederlaag op het wedstrijdformulier.
Joost trof een strijdlustige Albert Coenen, die nogal optimistisch zijn c-, d-, e-, f- en g-pion naar voren gooide. Joost verkreeg na initiële ontwikkelingsproblemen een onaantastbare loper op d4 en betrok zijn dame krachtig in het spel. Coenen dook met de bekende grimas op zijn gelaat in de denktank. Hij kon ternauwernood al zijn pionnen verdedigen, waarna de vrede getekend werd, ½ - ½.
Pascal koos na een gambietopening het meest geschikte moment om zijn pion terug te winnen. Erik Bouwmans probeerde tegenspel te creëren door met zijn toren op de achtste rij binnen te vallen en enkele pionnen te belagen. Pascal kon die toren op h8 insluiten en won daarmee een kwaliteit. Hij bracht diverse dreigingen in de stelling en won door sterk spel een stuk en de partij, ½ - 1½.
Marcel speelde tegen Jochem Berndsen een uitstekende partij. Zijn paarden dansten door de zwarte stelling en alle vijandelijke stukken werden teruggedrongen. Marcel won een pion en bood toen tot ieders verrassing remise aan. Blijkbaar voelde hij zich nog te roestig om deze pot over de streep te trekken. Berndsen aanvaardde dit aanbod uiteraard, 1 - 2.
Danniël speelde zijn slechtste partij van het seizoen. Hij gaf zomaar een pion weg en moest toestaan dat Jeroen van de Put handig een tweede pion snaaide. De vage compensatie zou moeten bestaan uit dreigingen tegen de zwarte koning, maar die aanval kwam nooit uit de verf. Danniël probeerde er nog iets van te maken, maar overspeelde daarbij zijn hand en verloor een stuk, 2 - 2.
Gerard had na de opening zowaar een theoretisch bekende stelling op het bord. Hij verkreeg vervolgens een gedekte vrije e-pion, maar die kon de stugge Bas Friesen eenvoudig blokkeren. Friesen counterde op de damevleugel en leek een aardig initiatief te hebben. Beiden zaten bijna op het increment te spelen toen Gerard de stelling kon compliceren en Friesen een toren weggaf, 2 - 3.
Joep hanteerde een gezonde openingsopzet en had lang niets van Hans van den Hurk te duchten. In een prima stelling begon de motor echter te sputteren. Joep ging onterecht op dameruil in en kwam toen in de verdrukking. Enkele zwakke zetten leidden tot het verlies van twee pionnen. Van den Hurk had geen enkele moeite om dit voordeel te converteren, 3 - 3.
Roland bleef gemakkelijk overeind tegen Jan Toorman, die de scherpste varianten vermeed. Na grootscheepse stukkenruil resteerde een zeer remiseachtig lopereindspel met ieder vier pionnen. Toorman probeerde onze teamleider nog langdurig tot een cruciale fout te verleiden, maar Roland hield zijn koning gecentreerd en zeilde de remisehaven binnen, 3½ - 3½.
John toverde met Frits Schalij een tactische heksenketel op het bord. Schalij offerde een kwaliteit om die met voordeel terug te winnen. Even later stonden nagenoeg alle stukken in dan wel indirect gedekt. John knipperde als eerste met zijn ogen en verloor in een prachtige lange geforceerde variant een stuk tegen twee pionnen. Hij had dreigingen tegen de witte monarch, maar ook Schalij vlocht matdreigingen in de stelling. Het bleek allemaal net te passen voor de witspeler. John verloor twee pionnen en kreeg met een vol stuk minder geen kans meer, 4½ - 3½.

 

Eindhoven 2 (1924) HSC 2 (1834) 4½ - 3½
Bas Friesen (1965) Gerard van de Kerkhof (2023) 0 - 1
Frits Schalij (1977) John van Rooij (1824) 1 - 0
Jeroen van de Put (2041) Danniël van Boxtel (1844) 1 - 0
Jan Toorman (1920) Roland Robinson (1801) ½ - ½
Hans van den Hurk (1965) Joep Peeters (1652) 1 - 0
Erik Bouwmans (1770) Pascal Boudewijns (1955) 0 - 1
Jochem Berndsen (1936) Marcel Pelgrom (-) ½ - ½
Albert Coenen (1816) Joost Rutten (1736) ½ - ½

 

4 november 2017: HSC 2 - De Raadsheer (door Pascal Boudewijns)
We hebben een punt overgehouden aan de thuiswedstrijd tegen De Raadsheer. Dat voelde echter aan als een overwinning, na een 2 - 4 tussenstand.
We begonnen erg dramatisch aan de wedstrijd en stonden al vroeg achter. Marcel, nu een keer wel spelend vanwege ons roulatiesysteem (als er verder geen afmeldingen zijn), maakte er samen met zijn tegenstander een open pot van. Tegengestelde rokades en aanvallen maar, was het devies. Marcels ontwikkeling op de damevleugel bleef wat achter, maar dat dacht hij te compenseren door met een combinatie een stuk te kunnen winnen. Dit stuk werd ook gewonnen, helaas op straffe van een countermat of dameverlies om mat te voorkomen, 0 - 1 voor de gasten.
Spoedig hierna werd het 0 - 2 voor de gasten. Daan wilde zijn stijgende lijn doorzetten en begon erg enthousiast een aanval op te bouwen, waarbij hij zijn eigen koningsstelling wat opengooide. Zijn tegenstander was niet erg onder de indruk en won gaandeweg links, rechts en door het midden wat pionnetjes. Toen daar later nog een vierde pion met schaak bij kwam, zonder zelf een fatsoenlijke aanval te hebben, gaf hij op. Jammer, maar zulke partijen heb je er nou eenmaal tussen, dat je jezelf vastloopt op je tegenstander.
Daarna sloeg (ongewild uiteraard aan onze kant) het remisevirus toe. Als eerste Joep, die ook zijn goede vorm wilde voortzetten en ook erg enthousiast aan aanvallen dacht. Deze aanval werd ook gesmoord en onze Joep probeerde het nog wel, maar zag in dat hij niet verder kwam, nam geen risico's meer en liet een remise noteren.
Vervolgens remiseerde Danniël na ingewikkelde strijd. Zijn tegenstander had een klein ruimtevoordeeltje en probeerde daar via een schijnoffer van te profiteren. Bedoeling was dan om binnen te komen op de zevende rij. Dit liet Danniël niet toe en hij had enkele kandidaatzetten voor zijn aangevallen toren op f8. Had hij nu de loper aangevallen met die toren, had hij (in de analyse achteraf) waarschijnlijk een pionnetje kunnen winnen. Hij was echter bang voor de tegenkansen en speelde wat meer consoliderend. Danniël stond vervolgens wat beter op de damevleugel, maar toen de dames geruild werden, was wel zo'n beetje de muziek uit de stelling en ook hier een puntendeling, wat de gasten wel oké vonden want zo bleef het gat van twee punten gehandhaafd.
Hierna de beurt aan Roland. In een loopgravengevecht waarbij weinig geruild werd, begonnen beide spelers na zo'n zet of 15 toch voorzichtigjes wat aan aanvallen te gaan denken. Dit leverde beide spelers geen voordeel op, en met het uitdunnen van het materiaal waren beide heren uiteindelijk ook tevreden met remise.
Toen Joost. Ook hier beide spelers zeer aanvallend ingesteld, waarbij ik Joost toch duidelijk voordeel gaf. Zijn tegenstander moest al vroeg met zijn koning zetten zonder te hebben gerokeerd, echter onze man kon zelf ook niet rokeren vanwege een vervelende dame die de diagonaal in bedwang hield. Joost had vervolgens te veel tijd nodig om die dame te verjagen en zodoende kon zijn tegenstander er nog een paard bijhalen. Om in extremis nog te willen winnen, liet hij toe dat hij met een paardvork een kwaliteit zou gaan verliezen, omdat hij dan nog loper en dame in de aanval tegen de koning had. Ik heb helaas niet gezien hoe dit uiteindelijk toch in remise eindigde, maar de marge van twee punten was nog altijd in stand. Dit betekende dus een 2 - 4 tussenstand met de twee topborden nog bezig.
Ik (Pascal) bracht de spanning weer terug door de aansluitingstreffer te produceren. Ik kreeg met wit mijn eigen lijfvariant tegen, een goede keus dus van mijn tegenstander. Dus aan mij de taak om de voor mij lastigste tegenzetten te produceren. Dat lukte aardig door én een pion te winnen (wat er natuurlijk wel bijhoort in die opening) én de zwarte ontwikkeling wat te stagneren. Nadat de voornaamste rookwolken waren opgetrokken, kon mijn tegenstander zijn pluspion terugwinnen. Dit zou echter een gigantische koningsaanval van mij in werking stellen dus zag mijn tegenstander er van af maar bezorgde mij na gedwongen dameruil wel een dubbelpion op f3. Ik op mijn beurt kon forceren dat zwart een stuk moest terugpakken met zijn c-pion naar de d-lijn, zodat ik verbonden vrijpionnen had op de a- en b-lijn terwijl mijn tegenstander een pionnenmeerderheid had op de koningsvleugel. Remise werd geweigerd en ik ging maar es lopen met die pionnen. Mijn tegenstander had bijna zijn verdediging op orde, toen ik kon toeslaan met een kwaliteitsoffer, om daarna met een paar zetten diepe combinatie die kwaliteit weer terug te winnen en zo restte een toreneindspel met de eerder genoemde vrijpionnen welke ik uiteindelijk won. 3 - 4 dus.
Gerard mocht nu de gelijkmaker proberen te scoren. In het begin had hij nog wel remise aangeboden, maar dat vond de tegenstander te vroeg. En hij stond ook beter voor een puntendeling. Maar als je Gerard beter kent, dan weet je dat je in de opening meestal de betere papieren hebt, en als je daar niks mee doet, ga je er gewoon af. Zo ook deze keer. Gerard verbeterde zijn stelling aanzienlijk, won twee pionnen, de dames werden geruild (weet niet in welke volgorde trouwens), hij consolideerde zijn stelling en won.
Zo kwam de toch wel verdiende puntendeling tot stand en doen we aardig mee als promovendus.

 

HSC 2 (1782) De Raadsheer (1777) 4 - 4
Gerard van de Kerkhof (2023) John van Dijk (1902) 1 - 0
Pascal Boudewijns (1955) Niek Oostvogels (1907) 1 - 0
Danniël van Boxtel (1844) Tycho van Dijk (1880) ½ - ½
Roland Robinson (1801) Jeroen van Ginneken (1768) ½ - ½
Joep Peeters (1652) Mitchell Matthijssen (1623) ½ - ½
Joost Rutten (1736) Jorrit Havermans (1825) ½ - ½
Marcel Pelgrom (-) Adrie van Opdorp (1751) 0 - 1
Daan Hubers (1464) André van de Laar (1556) 0 - 1

 

7 oktober 2017: De Baronie 2 - HSC 2 (door Pascal Boudewijns)
Op zaterdag 7 oktober zoefden we in verschillende auto's naar Breda om daar tegen de plaatselijke De Baronie 2 te spelen.
Huh?! Baronie 2? Waren die vorig jaar niet als VIERDE geëindigd in onze klasse? Wat hebben zich hier nu weer voor RSG A/De Pion A taferelen afgespeeld? Navraag leerde ons, dat er schijnbaar een plek in de Promotieklasse was vrijgekomen, omdat Checkmate geen team meer op de been kon brengen. Dat kan. Vervolgens werd nummer 2, WLC 2, gevraagd. Die wilden ook niet. Vreemd, als er één team ons op de hielen zat vorig jaar, was het WLC 2 wel. Vervolgens weigerde ook BSV 2 promotie. Kan allemaal. Dan maar De Baronie 2...? Omdat er snel gereageerd moest worden, besloot het autoritaire bestuur van De Baronie, zonder overleg met de teamleden (geheel in de geest van ons eigen autoritaire bestuur dus) om dan maar mee te promoveren. Wel prettig dat we in deze sterke klasse een team treffen dat op papier wel te pakken is, hoewel, vorig jaar wonnen we nipt en onverdiend met 4½ - 3½. Joep zou mat gaan in enkele zetten maar zijn tegenstander ging door zijn vlag...
Vandaag werd er in ieder geval verdiend met 2½ - 5½ gewonnen! Joost liet als eerste een remise noteren. Na een Fransman werden er flink wat stukken geruild en restte een middenspel met twee torens, twee paarden en een handvol pionnen. Joost dacht waarschijnlijk een pion te winnen, maar overzag na de dubbele torenruil dat hij er eerst zelf een ging verliezen alvorens hij er weer een terugwon, en dit werd hierna snel remise gegeven.
Vervolgens scoorde Joep een vol punt. Bij Joep weet je nooit of hij wint of verliest, zelfs niet als hij een volle toren voor staat. Om een of andere reden geven zijn tegenstanders niet op maar spelen nog vrolijk verder, om daarna een mega-blunder van Joep keihard af te straffen. Zo ging het vandaag gelukkig niet; hij dreigde een houtje te winnen, zijn tegenstander verdedigde totaal verkeerd en Joep won nog meer hout, met matdreiging of damewinst tot gevolg. Dit bleek afdoende voor een vol punt en de voorsprong.
Hierna was het de beurt aan Danniël. Hij verscheen niet geheel okselfris aan de start, getuige de enorme berg farmaceutische middelen in zijn jaszak. Mocht er iemand in de zaal zijn medicijnen vergeten zijn, dan had Danniël ze ongetwijfeld ook bij. Hij moest vandaag aan de bak, want zijn tegenstander had mij vorig jaar nog redelijk kansloos van het bord geveegd. Danniël koos voor de wat rustiger aanpak maar bereikte een dynamisch evenwicht. Hij had nog wel een lastige geïsoleerde centrumpion maar die was genoeg verdedigd en vervelende aftrekschaakjes dreigden ook nog eens. Gaandeweg de partij werden er wat stukken geruild, en op een gegeven moment werden elkaars schaakvaardigheden gerespecteerd zodat ook hier een remise overeen werd gekomen.
Vervolgens remiseerde ik. Ik kreeg mijn geliefde zwarte opening op het bord waarbij helaas al snel mijn witveldige loper werd geruild. Ik had wel licht initiatief maar niks concreets, vandaar dat mijn tegenstander maar eens remise aanbood. Ik besloot zoals wel vaker te weigeren en maar eens te gaan vissen op de damevleugel. Ik liet hierbij toe dat zijn dame mijn stelling binnendrong, omdat ik leuke onderste-rij-grappen dacht te hebben, met onder andere een loper op de diagonaal b8-h2, waarbij deze loper dus vluchtveld h2 afschermde. Dit veranderde toen er een vervelend paard op e5 belandde, en ik dit paard moest slaan omdat het daar te actief stond. Nu ging ik er vanuit, dat mijn tegenstander mijn loper zou terugslaan met zijn toren, om na torenverdubbeling op de e-lijn een mooie aanval te verkrijgen. Ik had reeds vooruitgekeken en gezien dat ik dan een hele goede verdedigingszet zou hebben, waarna de witte aanval niets meer om het lijf had en ik de damevleugel kon leegroven. Echter, mijn tegenstander pakte met zijn pion terug, om zo een eeuwig-schaak-mechanisme te bewerkstelligen, en hier kon ik helaas niets meer tegen doen. Toen vervolgens mijn tijd begon te slinken (ik vind dat spelen met increment pas voordeel hebben als je je 40 zetten al gehaald hebt, en een gewonnen eindspel probeert te winnen) liet ik toe dat hij zijn remisevariant uit kon voeren, 1½ - 2½ voor ons de tussenstand.
Hierna een vol punt van Daan. In ook een Fransman kon hij al snel pion d4 winnen, maar liet dat na. Waarschijnlijk wilde hij eerst zijn ontwikkeling wat meer op orde hebben, en enkele zetten later won hij alsnog die pion. Hij was daarna heer en meester op de damevleugel en zijn tegenstander zocht zijn heil op de koningsvleugel. Er verscheen een witte pion op h6, het zou toch niet zover komen dat wit nog mat kon gaan zetten op g7? Ik was ondertussen met mijn tegenstander aan het analyseren, dus ik weet niet hoe Daan dit heeft opgelost. Uiteindelijk een vol punt, dus keurig gedaan! En wat de lage rating betreft: bij goed spel en goede resultaten, volgt de rating vanzelf.
Gerard op bord 1 voegde er nog een vol punt aan toe zodat de overwinning binnen was. In zijn geliefde witopening werd hij niet echt op de proef gesteld. En als je Gerard wil pakken, moet je hem al vanaf de opening op zijn huid zitten. Nu kon hij naar hartenlust een koningsaanval opzetten. Hij had de luxe dat hij eerst nog een tegenkansje uit de stelling kon halen alvorens hij een kwaliteit won. Een verdwaalde vrijpion werd ook nog opgepeuzeld waarna hij de felicitaties in ontvangst mocht nemen.
De enige nederlaag aan onze kant kwam op naam van Roland. In een stelling waarbij nauwelijks stukken geruild werden, had zijn tegenstander toch nogal wat hout verzameld rond Roland's koning. Toen die met een h-pion aan de wandel ging, moest hij alle zeilen bijzetten. Hij nam het pionoffer aan en hierna ging het snel bergafwaarts; de verdedigende lichte stukken werden geruild, waarna de zware stukken het af kwamen maken, 2½ - 4½ tussenstand.
Als laatste voegde John daar een vol punt aan toe. Eigenlijk had hij niet willen spelen vandaag vanwege drukte op het werk, maar moest toch aan de bak. Ik stel mij zomaar even het telefoongesprek voor: John: "Hoi Roland, met John, ik heb het druk op mijn werk en speel liever niet. Kan dat?", Roland: "Jij speelt!!!" klik, tuut, tuut... Geheel in de stijl van onze autoritaire teamleider dus. Enfin, het leverde ons team een vol punt op, en de winnende coach heeft altijd gelijk, hè... Onze man kwam met zwart met wat ruimtegebrek uit de opening, maar gaandeweg het vervolg van de partij werd dit keurig verholpen met leuke aanval op de koningsvleugel. Er werden stukken geruild en plotsklaps kon John met een tussenschaakje twee pionnen op de damevleugel winnen, waarbij hij al een verre b-pion had. Zijn tegenstander kon een tegenaanvalletje opzetten tegen John's koning en ook wat pionnen snoepen, maar kwam er toen achter dat de b-pion niet meer af te stoppen was en gaf op.
Al met al een keurige overwinning! Na een voorspoedige terugreis die nog even gewoontegetrouw werd onderbroken voor een extra pitstop voor de schrijver dezes, gingen enkele HSC'ers nog even een bierlokaaltje opzoeken in het bruisende Helmond. Proost.

 

De Baronie 2 (1762) HSC 2 (1776) 2½ - 5½
Peter Severeijnen (1834) Gerard van de Kerkhof (2027) 0 - 1
Edwin Lessmann (1751) Pascal Boudewijns (1947) ½ - ½
Jasper Willeboordse (1760) Danniël van Boxtel (1832) ½ - ½
Dick Straathof (1816) John van Rooij (1821) 0 - 1
Gert Vogelaar (1783) Roland Robinson (1811) 1 - 0
Matthijs van Merwijk (1752) Joost Rutten (1743) ½ - ½
Joost Rutten (1712) Joep Peeters (1693) 0 - 1
Jan Sulman (1684) Daan Hubers (1331) 0 - 1

 

16 september 2017: HSC 2 - Waalwijk (door Pascal Boudewijns)
Na ons kampioenschap van vorig jaar, mochten we na enkele jaren afwezigheid weer terugkeren in de Promotieklasse. Aangezien volgend jaar de NBSB overgaat in de KNSB heb ik toch een beetje het "Schaak maar raak voor een knaak" gevoel, oftewel ik heb niet de indruk dat het ergens om gaat dit jaar. Enfin, laten we er maar het beste van maken, zeker omdat onze tegenstander Waalwijk in mijn ogen favoriet is voor het kampioenschap.
Roland en Joost waren de eerste twee die klaar waren, beide remise. Bij Roland op het bord waren de pionnen in het midden tegen elkaar aangeschoven, waarna beide heren er geen zin meer in hadden, en bij Joost was er een fikse slagenwisseling geweest waarna er een gelijke stelling overbleef, 1 - 1 de tussenstand.
Op de overige borden werd flink om het punt gestreden en weet niet meer precies de partijvolgorde. John speelde een goede partij. Hij had dezelfde tegenstander als een paar jaar geleden in de bekerfinale, en ook nu had hij de veel betere papieren. Op het moment dat hij een pion kon winnen en een koningsaanval kon lanceren, overzag hij een dame-uitval van zijn tegenstander, die venijnig genoeg was om hem op remise te houden, 1½ - 1½.
Danniël had ook een op papier veel sterkere tegenstander, maar wist met zwart toch een meer dan behoorlijke stelling op te bouwen. Hij stond zo goed dat hij overwoog om een stuk te offeren voor goede tegenkansen, maar zag daar vanaf toen hij de niet zo voor de hand liggende verdediging vond. Hij ging er van uit dat zijn tegenstander die verdediging wel zou vinden, waarna hij met een stuk minder verder zou moeten spelen. Niet veel later ging hij in op zetherhaling en eindigde ook hier de partij in remise, 2 - 2.
Op bord 7 en 8 ging het vervolgens mis. Joep kon eindelijk profiteren van zijn voorbereiding van afgelopen dinsdag, toen hij een koningsgambiet verwachtte, maar niet kreeg. Vandaag wel. En eerlijk gezegd zag het er ook allemaal veelbelovend uit: half open f-lijn, torens verdubbeld, diagonaal naar f2, enzovoorts. Er verscheen een zwarte pion op e3, maar de aanval bloedde dood, en zijn tegenstander ging op zoek naar tegenspel op de damevleugel. Toen die uiteindelijk drie verbonden vrijpionnen verkreeg daar, moest Joep de handdoek in de ring gooien.
Vervolgens was het de beurt aan Daan, ons kersverse veelbelovende jeugdlid. Enthousiast trok hij vanaf de opening ten aanval op de damevleugel, zijn ontwikkeling daarbij een beetje verwaarlozend. Zijn tegenstander probeerde hiervan te profiteren met enkele vervelende speldenprikken waar Daan alert op moest reageren. Op een gegeven moment werd Daan's rokade verhinderd door een loper, maar bekwaam werd deze horde genomen en werd de rokade bewerkstelligd. Hierna kwam hij in zijn element en zijn tegenstander voelde zich gedwongen een remise-aanbod te plaatsen, hetgeen geweigerd werd. Helaas verblunderde ons aanstormend talent hierna een vol stuk en kon er een nul genoteerd worden... Jammer, maar gezien het vertoonde spel (wel op de ontwikkeling letten) komen de punten vanzelf wel.
Goed, een 4 - 2 achterstand, en daar kon Gerard op bord 1 tegen de sterke Remco Sprangers niets aan veranderen. Het bord stond al vrij snel in brand waarbij Gerard, uiteraard, nog niet gerokeerd had. Er werd wel een kwaliteit gewonnen en ik meen zelfs een stuk, maar de dreigingen tegen de koning waren zo groot, dat hij rond de dertigste zet door zijn vlag ging en de wedstrijd daarmee dus verloren was.
Blijft uw verslaggever over op bord 2. In een opening die mij niet zo ligt met wit (e4 c5 dus voor de nieuwsgierigaard) kwam ik toch aardig eruit. Ik kreeg weliswaar een geïsoleerde dubbelpion op c2 en c3 maar ik kon een geïsoleerde pion terug creëeren op c5. Deze wist ik zelfs te veroveren, en begon mijn tegenstander te treuzelen met het afruilen van mijn zwartveldige loper om zodoende mijn dubbelpionnen onder vuur te kunnen nemen. Hierna zette ik eerst alles op alles om deze ruil tegen te gaan en kon ik daarna ook eens aan aanvallen gaan denken. De dreiging tegen de zwarte koning werd zo groot dat mij dit een tweede pion opleverde, en omdat ik daarbij meteen damewinst dreigde, kwam daar nog een derde pion bij. Zou toch genoeg moeten zijn om te kunnen winnen, nietwaar? Helaas was het zo simpel nog niet. In een dame-toren eindspel met drie pionnen meer wekten mijn stukken niet goed samen en moest ik ook nog op mijn koning letten die redelijk kwetsbaar stond. Met een zwarte dame-uitval naar a4 werden zowel ongedekte pionnen a2, c2 en f4 aangevallen dus eentje raakte ik er al kwijt. Uiteindelijk bleven aan beide kanten de f-, g-, en h-pion over met voor mij de dubbelpion op c2 en c3 extra. Ik heb het nog geprobeerd, vier tot vijf keer remise geweigerd, maar het lukte me niet ook maar één zet te doen met die pionnen, omdat ik constant op de hoede moest zijn voor tegenkansen. Uiteindelijk kon mijn tegenstander een toren met schaak offeren om hierna eeuwig schaak te forceren. Zover liet ik het niet komen en nam zijn zesde remise-aanbod aan. Eindstand 2½ - 5½.
Onze tegenstanders hebben verdiend gewonnen, maar een minimale nederlaag had ook tot de mogelijkheden behoord, helaas viel het muntje voor ons op drie borden (Daan, John en bij mij) niet de goede kant op. Maar gezien de geleverde strijd gaan we in deze klasse nog wel wat matchpunten pakken, een compliment voor het team!

 

HSC 2 (1776) Waalwijk (1901) 2½ - 5½
Gerard van de Kerkhof (2027) Remco Sprangers (2232) 0 - 1
Pascal Boudewijns (1947) Wilbert Schreurs (2106) ½ - ½
Danniël van Boxtel (1832) Feike Liefrink (2083) ½ - ½
John van Rooij (1821) Sander van Dijk (1910) ½ - ½
Roland Robinson (1811) Nico Pol (1840) ½ - ½
Joost Rutten (1743) Jeroen Beerens (1541) ½ - ½
Joep Peeters (1693) Hans Sinnige (1819) 0 - 1
Daan Hubers (1331) Robert Prins (1677) 0 - 1

Ons clublokaal