Helmondse Schaakclub

Verslagen van HSC A

 

Ronde 2 (29 oktober): HSC A - WLC A (door Hugo Faber)

Na onze eerste povere ronde tegen WLC B kregen we nu hun A-team te bestrijden. Dat zou “dus” betekenen dat het wel eens een - in sportief opzicht - vervelende avond zou kunnen worden. Toch verliep een en ander boven verwachting. Op alle borden gaven we goed partij en WLC mocht nog van geluk spreken dat Pascal een winstvoortzetting tegen een – nog steeds – HSC’er Sebastiaan overzag, want anders was er geen enkel bordpunt naar Eindhoven gegaan.

Ik begin meteen maar met de partij van Pascal. Hij offerde met a2-a3 een pion en dat leek eerst op een schenking, maar hij bereikte toch dat Sebastiaan achteropraakte in ontwikkeling (en pionnen eraf slaan en niet rokeren... Bepaalde HSC-leden moet dit toch bekend voorkomen). In de stelling hieronder speelde Sebastiaan 1… Ph6?

Beide spelers misten hier totaal dat wit met 2. Lxd4 een stuk wint! Na 2...Dxd4 3. c3 moet de dame weg, maar moet ook veld a4 (in verband met een dameschaak) in de gaten gehouden worden en dat lukt niet meer: op 3...Df4 of Dg4 volgt 4. g3 en daarna 5. Da4+ en mat op de zet daarna. Ondanks deze gemiste kans bleef Pascal wel erg goed staan. Helaas ging hij later toch de fout in en verloor hij de partij alsnog.

Pim speelde een moeilijke partij, waarbij hij niet kon zeggen wie er nou beter stond. Even later werd hij aangenaam verrast omdat zwart plotseling een toren weggaf.

Ook Johan had een voor mij moeilijk te beoordelen partij. Ik wist dat tegenstander Rudy Simons (oud-HSC) een wat minder begin van het seizoen had (2x verloren extern en ook in de 1e ronde van de avondcompetitie). Ik was daarom redelijk optimistisch en Johan maakte dat ook waar en trok het eindspel naar zich toe.

Zelf moest ik tegen Sascha Kurt, een jonge tegenstander waar ik in een eerdere avondcompetitie nog van verloor na 40 zetten en vlag (nee, er is geen tweede tijdperiode). Ook nu werd het een spannende partij waarin hij op de koningsvleugel probeerde aan te vallen en ik op de damevleugel. Na wat ruilen was wits aanval verdwenen en kon ik mijn aanval vervolgen. Dat leidde uiteindelijk tot een D+T tegen D+L eindspel, dat na enkele zetten in mat eindigde. Ons optreden uit de eerste ronde hebben we dus weer mooi recht gezet.

HSC A (1933) WLC A (2114) 3-1
Hugo Faber (1971) Sascha Kurt (2181)  1-0  
Pim Blijlevens (1819) Robert Klomp (2053) 1-0 
Johan Wuijts (1982) Rudy Simons (2057) 1-0 
Pascal Boudewijns (1959) Sebastiaan Smits (2163) 0-1 

 

Ronde 1 (1 oktober): WLC B - HSC A (door Hugo Faber)

Op 1 oktober speelden we onze eerste avondcompetitiewedstrijd van het seizoen tegen WLC B. Omdat WLC de beschikking heeft over veel spelers, was het nog maar de vraag of het een echt "B"-team zou zijn. Hun opstelling bood in elk geval wel mogelijkheden.

Dit jaar doe ik weer eens als vaste speler mee en mocht ik tegen een voor mij bekende tegenstander. Jasper stelde zich wat terughoudend op in het Frans en ik deed daarop vooral "Franse" zetten en kwam snel beter staan. Ik liet een damewinst tegen 2 stukken lopen omdat het me ietwat "onduidelijk" oogde. Ik pakte een pion en veronderstelde dat wit moeilijk zou blijven staan. Dat was iets te naïef gedacht. Na een stukkenruil nam Jasper echter het laatste stuk niet terug, maar probeerde met zijn e-pion te lopen. Toen ik mijn – inmiddels – extra stuk op de e-lijn plaatste, zodat de e-pion niet meer gedekt kon worden, was het direct over. 

Over de stelling van Johan was ik misschien wat te optimistisch. Hij won in de opening een pion, maar had daarvoor wel een dubbelpion. Daar kon hij ook nog wel van af, maar hij bleef toch nog met een zwakke d-pion zitten. In de volgende stelling gaat het mis. 

 

Johan had hier 1. b4 gespeeld. Daarop volgde 1….Lxe4. Johan blunderde nu met 2. fxe4? Met als logisch gevolg 2…Txd3! (na 3. Txd3 volgt Dxe4+) en was het niet meer te houden. Na 2.dxe4 was wit slechts zijn extra pion kwijtgeraakt.

Het systeem dat Pascal speelde startte met Siciliaans, maar eindigde met een variant bekend uit het Frans. Op zich ook niet zo verbazingwekkend, want de zet b2-b4 beoogt in beide gevallen hetzelfde: ten koste van een pion een sterk centrum met wit innemen. Zoals het nu ging kwam de nogal eenzame witte pion op d5 van Pascal onder vuur te liggen van diverse stukken. Zwart ging daarna niet goed verder en liet Pascal pardoes d5-d6 doen, daarmee ook nog een stuk verliezend. De stukken op a1 en b1 van Pascal leken echter wel aan het bord vastgelijmd. Ze konden niet meer weg en wit werd verder in het nauw gedreven. Uiteindelijk ging hij door zijn vlag.

Pim, ten slotte, kwam moeilijk uit de opening en we (Johan en ik) konden ons niet aan de indruk onttrekken dat wit het Pim een stuk moeilijker had kunnen maken. Zoals het nu ging worstelde Pim zich eruit en bereikte een eindspel met een betere pionnenstructuur (tegenstander had geïsoleerde a-pion en 2 geïsoleerde c-pionnen). Toen de lopers werden geruild, kwam er – jawel – een toreneindspel op het bord! Traditiegetrouw werd ook dit eindspel remise en hadden we verloren. Daarmee ben ik ook ongedeeld topscoorder in ons A-team, maar ik had toch liever de wedstrijd gewonnen.

WLC B (1926) HSC A (1933) 2½-1½
Berend Ruben (2045) Johan Wuijts (1982)  1-0  
Jasper Krenning (1866)  Hugo Faber (1971)  0-1 
Max Quintus (1884)  Pascal Boudewijns (1959)  1-0 
Nino Messaoudi (1909)  Pim Blijlevens (1819) ½-½ 

 

Ons clublokaal