Verslagen van HSC 2
10 mei 2014: Baronie - HSC 2 (door Danniël van Boxtel)
HSC 2 is na een verblijf van maar liefst twintig jaar in de Promotieklasse van de NBSB helaas gedegradeerd. We behoorden dit seizoen duidelijk tot de degradatiekandidaten en hebben te weinig laten zien om ons lot te ontlopen. Na een goede overwinning in de eerste ronde werd er vier keer op een rij verloren, daarna twee keer gelijkgespeeld en vervolgens nog tweemaal verloren. Deze sequentie bracht ons op een trieste tiende plaats.
Joep kwam tegen Alda Shabanaj aardig uit de opening, maar in het middenspel miste hij het een en ander en dat kostte een kwaliteit. Joep had mogelijk nog remisekansen, maar liep per ongeluk in een matnet en moest opgeven, 1 - 0.
John probeerde het beste van zijn partij te maken, maar Carlos Hemmers wist de stelling gesloten te houden. Gaandeweg werden enkele stukken geruild en in een bloedeloze stelling werd er tot remise besloten, 1½ - ½. John kan terugkijken op een goed seizoen. Als enige speler van HSC 2 heeft hij een score behaald die hoger is dan de verwachte score.
Willy vloog Michiel Antonissen direct naar de strot. Een mooi kwaliteitsoffer had tot een winnende afloop moeten leiden, maar in een woud van varianten raakte Willy het spoor bijster. Een stukoffer mocht niet meer baten en met een volle toren minder was de lol er snel af, 2½ - ½.
Sem trof de ervaren Rens Oomen, die voor een erg rustige opzet koos. Sem meende daarom wat leven in de brouwerij te moeten brengen, maar stond in het vervolg vanwege het sterke witte loperpaar minder. Een foutief schijnoffer leidde zijn ondergang in. Sem probeerde het nog lang, maar tevergeefs, 3½ - ½.
In het vijfde en laatste speeluur waren er nog vier duels bezig. Het was echter al duidelijk dat deze niet tot vier punten zouden leiden.
Pim speelde tegen Willem van der Linden een typische partij waarin zwart op de koningsvleugel aanvalt en wit op de damevleugel en in het centrum zijn heil zoekt. Pim was handiger dan Van der Linden en won met gepointeerd spel een kwaliteit. Na dameruil was het eindspel op elementaire wijze gewonnen, 3½ - 1½. Pim is met de mooie score van 5½ uit 9 de topscorer van HSC 2 geworden.
Johan werd op bekend openingsterrein compleet verrast door een schijnoffer van Arno Slagboom, die met de fenomenale score van 8 uit 9 het beste resultaat van de gehele Promotieklasse heeft behaald. De pionnen op d7 en e6 gingen hierdoor verloren. Johan overzag dat hij kleine kwaliteit terug had kunnen winnen en streed spoedig een verloren strijd. Slagboom kwam met zijn stukken binnen en bezegelde ons lot definitief, 4½ - 1½.
Danniël belandde tegen Jasper "Wicked Willy" Willeboordse via zetverwisseling in een Franse ruilvariant, die na tegengestelde rochades tot een erg boeiende partij leidde. De zwarte koningsaanval verliep veel voorspoediger dan die van wit. De witte koning vond geen veilig heenkomen en Danniël won een pion. In een viertoreneindspel werden nog meer pionnen buitgemaakt. Danniël liet zich de kaas niet meer van het brood eten, 4½ - 2½.
Frans heeft zich tegen Rob van Berkel als een leeuw geweerd. Tot in het middenspel stond hij zeker niet minder, maar daarna liet Van Berkel zijn klasse zien. Alle zwarte stukken vonden de juiste velden en Frans kon na verloop van tijd geen vin meer verroeren. In totale zetdwang ging het dan ook fout, 5½ - 2½.
Achteraf bleek dat er drie teams uit onze klasse degraderen en dat zelfs een 0 - 8 overwinning ons niet meer geholpen zou hebben. Dat is echter een schrale troost. Laten we het verloren terrein snel heroveren!
Baronie (1925) | HSC 2 (1845) | 5½ - 2½ |
Rob van Berkel (2000) | Frans van Neerven (1792) | 1 - 0 |
Rens Oomen (1982) | Sem van Houten (1826) | 1 - 0 |
Michiel Antonissen (2003) | Willy Jonkers (1894) | 1 - 0 |
Willem van der Linden (1892) | Pim Blijlevens (1951) | 0 - 1 |
Carlos Hemmers (1916) | John van Rooij (1862) | ½ - ½ |
Arno Slagboom (1964) | Johan Wuijts (1866) | 1 - 0 |
Alda Shabanaj (1855) | Joep Peeters (1734) | 1 - 0 |
Jasper Willeboordse (1790) | Danniël van Boxtel (1836) | 0 - 1 |
12 april 2014: HSC 2 - Waalwijk (door Danniël van Boxtel)
In de strijd tegen degradatie had ik mijn teamleden vooraf verzocht om remises te ontlopen en in alle partijen op verantwoorde wijze op winst te spelen.
Danniël was als eerste klaar. Ondanks het bovengenoemde strijdplan had hij binnen anderhalf uur remise gespeeld tegen Hans Remmers. Je zou zomaar kunnen denken dat de teamleider zijn eigen verantwoordelijkheid ontlopen heeft, maar helaas zat er niet meer in. Via zetverwisseling kwam er een Maroczy op het bord en Danniël moest op dameruil ingaan en vervolgens nog meer materiaal ruilen om niet in het nadeel te komen. Alle muziek verdween uit de stelling en Fritz beoordeelt de eindpositie als 0,00. Het was derhalve een correcte remise, ½ - ½.
Ton stond na de opening nogal gedrongen. Hij poogde de damevleugel open te breken, terwijl Feike Liefrink zijn heil aan de andere kant van het bord zocht. De koningsaanval verliep erg voorspoedig en Ton kwam zelf nauwelijks verder. Hij concludeerde even later dat er niets meer te redden viel, ½ - 1½.
Joost was vastberaden om zijn score op te poetsen. In een spectaculaire partij kreeg Leon van Gelder echter de overhand. Joost verloor uiteindelijk een stuk en Van Gelder had een uiterst lastige vrijpion. Een aardig dameoffer luidde het einde in. Met 0 uit 6 beleeft Joost geen prettig seizoen, ½ - 2½.
In de partij tussen Frans en Richard Waeterschoodt gebeurde er lang niets noemenswaardigs, totdat Waeterschoodt de stoute schoenen aantrok. De witte stukken kwamen plotseling via het centrum en de koningsvleugel binnen en Frans kon niet meer aan de noodrem gaan hangen. Groot materiaalverlies was het gevolg, ½ - 3½.
Johan kwam prima uit de opening toen Hans Sinnige ogenschijnlijk twee varianten met elkaar verwarde. Zijn bedenktijd begon echter te slinken en mede daardoor greep Johan in een stelling met een waardering van +1,5 in zijn voordeel helemaal mis. Sinnige veroverde een kwaliteit en hield de controle over het gehele bord. Johan wist de tijdcontrole nog te halen, maar inmiddels was zijn stelling rijp voor de sloop, ½ - 4½. Missie gefaald!
Joep bereikte tegen Robert Prins een prettige stelling. Hij verviel echter in zijn oude zonde en werd slordig. Dit kostte zonder enige vorm van compensatie twee pionnen. Prins wikkelde handig af naar een viertoreneindspel en haalde nog enkele pionnen op, ½ - 5½.
Willy werkte aan zijn zelfvertrouwen door de toch niet misselijke Sander van Dijk van het bord te meppen. Hij scheepte Van Dijk weldra op met een op h7 ingesloten zwarte dame. Willy won een pion, opende de jacht op de vijandelijke koning en stoomde met drie verbonden pionnen op. Een simpele doorbraak zou direct tot partijwinst hebben geleid, maar Willy koos plotseling een ander plan. Gelukkig stond hij zo goed dat dit nog niets verpestte. Een uurtje later vond Willy alsnog de opgelegde winstvariant, 1½ - 5½.
Topscorer Pim was na twee uur spelen tevreden over zijn stelling. Daarna ging het enigszins mis en won Wilbert Schreurs een pion. Na ruil van de dames en torens ontstond er een dynamisch evenwicht. Het witte paard was sterker dan de zwarte loper en de zwarte koning kon niet binnen komen, zodat de pluspion effectief geen toegevoegde waarde had, 2 - 6.
Stukkenjagers 4 heeft zijn wedstrijd van de laatste ronde tegen Stukkenjagers 3 vooruitgespeeld en gewonnen. Virtueel staan we daardoor nu op de laatste plaats. Handhaving kan alleen nog bewerkstelligd worden indien we zelf van Baronie winnen, Veldhoven 2 bovendien niet van Gardé wint en er tenslotte niet meer dan één Brabants team uit de derde klasse KNSB degradeert.
HSC 2 (1834) | Waalwijk (1881) | 2 - 6 |
Ton van den Waardenburg (1858) | Feike Liefrink (2007) | 0 - 1 |
Pim Blijlevens (1981) | Wilbert Schreurs (2057) | ½ - ½ |
Johan Wuijts (1786) | Hans Sinnige (1875) | 0 - 1 |
Willy Jonkers (1918) | Sander van Dijk (1999) | 1 - 0 |
Frans van Neerven (1805) | Richard Waeterschoodt (1843) | 0 - 1 |
Joost Rutten (1763) | Leon van Gelder (1766) | 0 - 1 |
Danniël van Boxtel (1852) | Hans Remmers (1802) | ½ - ½ |
Joep Peeters (1710) | Robert Prins (1698) | 0 - 1 |
29 maart 2014: Checkmate - HSC 2 (door Danniël van Boxtel)
"Willy doet de deur niet open en hij is telefonisch ook niet bereikbaar. Wat zullen we doen?" Deze prangende vraag werd me via de telefoon van Ton door Pim voorgeschoteld terwijl ik mijn bolide richting Weert navigeerde. "Kom maar naar de speelzaal, dan zien we daar wel verder", luidde mijn antwoord. Ruim op tijd kwamen we in Weert aan. Willy was tegen 13.00 uur helaas nog in geen velden of wegen te bekennen. Als voorzorgsmaatregel werd een poging gewaagd om Roland te bellen. Indien nodig zou hij waarschijnlijk nog binnen een uur na het officiële aanvangstijdstip achter het bord kunnen verschijnen. Onze oproep kreeg echter geen gehoor. Ik heb vervolgens geprobeerd om het begin van de wedstrijd zo lang mogelijk uit te stellen en dat lukte zo'n tien minuten, maar het wedstrijdformulier moest ingevuld worden zodra het team van Checkmate compleet was. Ik besloot op het laatste moment om onze opstelling te wijzigen en mezelf van bord twee naar bord vijf - het beoogde Willybord - te migreren, zodat ons hoogste zwartbord eventueel leeg zou blijven. Niemand rekende immers nog op de komst van Willy, behalve... Willy zelf! Rond tien voor half twee kwam hij de speelzaal binnen. Een hoognodig bezoek aan de kapper had tot enige vertraging geleid. De trein en de benenwagen brachten onze man op de plaats van bestemming. Volgens Willy had ik de opstelling overigens moeten laten zoals hij was. Hij zou toch komen!?
Toen Danniël aan zijn partij tegen Raimund van Alphen wilde beginnen had buurman Pim de nodige moeite met het inschenken van een glas Sprite. Het glas was te klein voor het gegenereerde volume en het natte, kleffe schuim belandde op het notatieboekje van Danniël. Na de nodige hilariteit werden de eerste zetten dan toch uitgevoerd. Danniël had na 1.d4 d6 2.c4 e5 wat tijd nodig om tot een goed plan van aanpak te komen. Hij besloot de pionnen en de dames te ruilen en had een licht plusje. In een moeizaam loopgravengevecht meende Danniël de stelling te moeten openen. Spoedig kwamen alle belangrijke lijnen en velden echter in het bezit van Van Alphen. Een aardig schijnoffer van de zwartspeler kostte Danniël een pion en scheepte hem met een ruïne op. Hij kon niet voorkomen dat er nog twee pionnen zouden sneuvelen en gaf op, 1 - 0.
John speelde tegen Eric Schouten een degelijke partij. Het fianchettospel van Schouten kwam niet uit de verf, maar John wist op zijn beurt ook weinig te bereiken. Met gereduceerd materiaal was er voor beiden geen goed winstplan te bedenken, zodat John tegen de sterkste Weertenaar een correcte remise behaalde, 1½ - ½.
Van het duel van Ton heb ik weinig gezien. Naar eigen zeggen nam hij de koningsvleugel van Jimmy Geboers onder vuur en reageerde deze Belg niet adequaat. Via diverse mooie penningen en veldruimingen wist Ton winnend voordeel te behalen, waarmee hij de tussenstand in evenwicht bracht, 1½ - 1½.
Willy kwam tegen Dirk Bergmans, op wie Danniël zich had voorbereid, moeilijk uit de startblokken. De dames gingen van het bord, maar Bergmans bleef lastige druk op de zwarte stelling houden. Willy speelde het eindspel met een pion minder gelukkig zeer actief en wist de gevaarlijke a-pion van het bord te halen. Het resterende toreneindspel met e-pion en g-pion tegen f-pion was vanwege de positie van de koningen in alle varianten remise. Willy had al meerdere keren tevergeefs remise aangeboden, maar in de slotstelling stelde Bergmans zelf de puntendeling voor, 2 - 2.
Johan kwam in zijn geliefde opening in een voor hem onbekende variant terecht. Marc Cluyts, de andere Belg, speelde het handig en Johan wist geen voordeel te bereiken. Johan interpreteerde mijn advies om niet te snel remise te accepteren blijkbaar verkeerd en ging nogal roekeloos op zoek naar voordeel. Vanuit een stelling die hij gemakkelijk remise zou hebben houden kunnen, zette hij de poorten naar zijn koning open zonder zelf iets te bereiken. Cluyts profiteerde op voortvarende wijze, 3 - 2.
Joep is de man in vorm. Tegen de zwakste Weertenaar hanteerde hij tijdens de eerste partijhelft veelal kleine middelen. Na pionwinst ruilde hij nagenoeg alle stukken. De tweede helft van de partij bestond uit een toreneindspel. Joep speelde dit erg goed uit. Harm Janssen kreeg geen tegenkansen en moest lijdzaam toezien hoe de witte koning zich winnend op zijn onderste rijen waagde. Joep wist torenruil af te dwingen en had de meest geavanceerde vrijpion, 3 - 3.
Frans deelde tegen Mat Hornix de lakens uit. Hij stond de gehele partij overwegend, maar Hornix verdedigde zich goed. Frans wikkelde uiteindelijk af naar een zijns inziens gunstig lopereindspel, maar dat bleek niet te winnen. Naar verluidt had Frans beter de torens op het bord kunnen houden, maar ik heb de cruciale stelling zelf niet gezien. Als gevolg van zijn keuzes moest Frans genoegen nemen met een halfje, 3½ - 3½.
Pim kreeg in een Gerardvariant een link stukoffer te verwerken. Zijn koning stond op de tocht en zag alle stukken van Ray Briels op zich gericht, maar Pim bleef koel en gaf het stuk tijdig terug. Na dameruil was het gevaar geweken en had hij een plusje. Pim won een pion en een overwinning leek aanstaande. De stelling bleef echter complex en Pim had veel minder bedenktijd over dan zijn opponent. Met minder dan een minuut op de klok voor beide spelers won Pim een tweede pion. Met twee verbonden vrijpionnen leek het over en sluiten, maar Pim gaf één van zijn pionnen weg en moest daarna een stel paarden ruilen. Met nog negen seconden op de klok voor beiden resteerde (ongeveer) de volgende stelling: wit Kd1 en Ld2; zwart Kc4, Le4 en een pion op d3. Het remiseaanbod van Briels kon niet geweigerd worden, 4 - 4.
We zullen uit de resterende twee matches minimaal twee punten moeten halen om degradatie te voorkomen.
Checkmate (1827) | HSC 2 (1846) | 4 - 4 |
Eric Schouten (1984) | John van Rooij (1862) | ½ - ½ |
Dirk Bergmans (1882) | Willy Jonkers (1918) | ½ - ½ |
Mark Cluyts (1866) | Johan Wuijts (1786) | 1 - 0 |
Jimmy Geboers (1904) | Ton van den Waardenburg (1858) | 0 - 1 |
Raimund van Alphen (1839) | Danniël van Boxtel (1852) | 1 - 0 |
Raymond Briels (1857) | Pim Blijlevens (1981) | ½ - ½ |
Harm Janssen (1527) | Joep Peeters (1710) | 0 - 1 |
Mat Hornix (1757) | Frans van Neerven (1805) | ½ - ½ |
8 maart 2014: Gardé - HSC 2 (door Danniël van Boxtel)
Op een prachtige lentedag togen we naar Soerendonk voor de uitwedstrijd tegen Gardé. Willy was zo blij met het lekkere weer dat hij zelfs op de fiets ging. U kunt later lezen of deze Ruijschiaanse praktijken - al had Willy wel een jas aan - enig effect op zijn spel hadden.
De temperatuur in de speelzaal zou in een professionele koelcel niet misstaan hebben. Het was er werkelijk veel kouder dan buiten. Enkele spelers hebben dan ook de gehele partij met hun jas aan gespeeld. Anderen zochten driftig naar handschoenen, sjaals en mutsen, maar hebben die helaas niet kunnen vinden. Het was dan ook niet heel verrassend dat er op twee borden snel tot remise besloten werd. Frans zette zijn partij tegen collega-remiseschuiver Albert Jan Blank weinig pretentieus op en was na elf zetten blij met het ontvangen remiseaanbod, ½ - ½.
Ton probeerde het tegen Jan Broekhuis wat langer. Zijn aanpak was erg degelijk en Broekhuis acteerde zeer profylactisch. Het evenwicht werd niet of nauwelijks verbroken en remise was het logische resultaat toen alle lichte stukken van het bord waren verdwenen, 1 - 1.
Joost is ernstig uit vorm. Tegen Roel van der Laan was zijn openingsopzet slecht verzorgd en na amper tien zetten stond onze man al verloren. Rond de vijftiende zet verloor Joost een stuk en was zijn stelling reeds rijp voor de sloop, 2 - 1.
Danniël speelde zeer ondernemend en offerde tegen Ruud van Meegen twee pionnen voor stukkenactiviteit. Danniël was ervan overtuigd dat hij minimaal een kwaliteit zou winnen, maar Van Meegen vond dankzij erg lang nadenken steeds de 'enige' zet en behield zijn materiële voorsprong. Danniël ging door met druk zetten, maar kon niet verhinderen dat de zwartspeler zich zou gaan bevrijden. De partij eindigde vanwege een simpele overbelastingscombinatie echter sneller dan verwacht, 3 - 1.
Joep zit in zijn zoveelste schaakjeugd, studeert hard, heeft veel lol in het spelletje en scoort recentelijk uitstekende resultaten. Hij overspeelde invaller Mathijs Pellemans met positionele middelen en won een pion. Op zoek naar compensatie overspeelde Pellemans zijn hand, waarna de witte koning in een matnet verzeild raakte, 3 - 2.
Willy speelde zeer energiek en had tegen Wessel Veerbeek het beste van het spel. Hij wikkelde af naar een eindspel met een pion meer, maar moest lijdzaam toezien hoe de witte stukken actief werden. Willy verloor geforceerd een pion en moest in een potremisestelling helaas genoegen nemen met de puntendeling, 3½ - 2½.
Pim schotelde het publiek een zeer attractieve partij voor. Martijn Cox zag een pionnenstorm op zich afkomen en moest vol in de ankers. Pim offerde een stuk voor twee pionnen en allerlei matdreigingen, maar Cox hield het hoofd koel en wist af te wikkelen naar een eindspel met een kwaliteit meer tegen een pion. Pim had dit eindspel moeten verliezen, maar Cox hatte noch Angst in der Hose, raakte het spoor bijster en liet de partij in remise verzanden, 4 - 3.
Johan belandde tegen Coen Winters in een gambietstelling die hij zowel met wit als met zwart erg goed kent. Winters kreeg in de vorm van een onaantastbaar paard op f6 zeker compensatie voor de pion, maar wist geen koningsaanval te initiëren. Johan greep het initiatief, gaf een pion, ruilde de dames - het is me niet helemaal duidelijk of hij in plaats daarvan de witte monarch geforceerd mat had kunnen zetten - en had ondanks het gelijke materiaal een voordelig eindspel. Winters offerde in tijdnood compleet onterecht een stuk voor twee pionnen. Johan won vervolgens snel vier pionnen. Een aardige patgrap kostte nog een stuk en een pion, maar de winst kwam niet meer in gevaar, 4 - 4.
We hebben de laatste plaats verlaten, maar een overwinning op Checkmate in de volgende ronde is broodnodig.
Gardé (1842) | HSC 2 (1834) | 4 - 4 |
Ruud van Meegen (2044) | Danniël van Boxtel (1852) | 1 - 0 |
Coen Winters (1904) | Johan Wuijts (1786) | 0 - 1 |
Jan Broekhuis (1920) | Ton van den Waardenburg (1858) | ½ - ½ |
Roel van der Laan (1907) | Joost Rutten (1763) | 1 - 0 |
Albert Jan Blank (1849) | Frans van Neerven (1805) | ½ - ½ |
Wessel Veerbeek (1693) | Willy Jonkers (1918) | ½ - ½ |
Martijn Cox (1779) | Pim Blijlevens (1981) | ½ - ½ |
Mathijs Pellemans (1637) | Joep Peeters (1710) | 0 - 1 |
8 februari 2014: HSC 2 - De Raadsheer (door Pim Blijlevens en John van Rooij)
Eindelijk speelden we dan een keer thuis tegen De Raadsheer, zodat we deze keer niet helemaal naar Zundert hoefden te rijden. Vorig seizoen speelden we nog met 4 - 4 gelijk en omdat De Raadsheer drie van hun vier sterkste spelers zijn kwijtgeraakt, zou er nu toch wat mogelijk moeten zijn. Helaas werd er, helemaal in de lijn van het seizoen tot nu toe, kansloos verloren.
Joost speelde met wit en kreeg een Scandinavisch gambiet voor z'n kiezen. Hij koos ervoor om de buitgemaakte pion te verdedigen met 3.c4, maar daar kreeg zijn tegenstander wel een ontwikkelingsvoorsprong voor. De zwarte dreigingen werden snel groter en Joost kon niet de beste verdediging vinden. Al na 16 zetten stortte zijn stelling in en kon hij opgeven.
Frans koos voor een stelling met een geïsoleerde pion op d4. Deze pion kon al snel vaker aangevallen worden dan dat Frans hem kon verdedigen. Maar toen tegenstander Frans Smits insloeg op d4, bleef hij wel met een eeuwig gepende loper zitten. De hele partij ging het alleen om het aanvallen en verdedigen van d4. Vele zetten later lukte het Frans uiteindelijk om de gepende loper genoeg aan te vallen om het verloren materiaal weer terug te winnen. Na de grootscheepse afruil op d4 bleef er een stelling over die volledig in evenwicht was en werd remise overeengekomen. (Frans: "Remise, reeds?", tegenstander: "U biedt remise aan?", Frans: "Ja.")
Joep leek met zwart goed uit de opening te zijn gekomen, maar iets concreets kon hij niet bereiken. Over de enige open lijn, de c-lijn, werden bijna alle stukken afgeruild en er ontstond een eindspel met een grote remisemarge. Maar door een pionnenmeerderheid op de koningsvleugel kon Joeps tegenstander een vrijpion creëren en de partij toch nog naar zich toetrekken.
Ik (Pim) stond veel minder goed dan dat ik zelf dacht. Ik had wel een goede loper, maar ik had grote problemen met de ontwikkeling van mijn stukken. Mijn tegenstander kon over de open b-lijn binnenkomen en een pion winnen. Dat leek nog niet zo erg, maar toen ik even later verzuimde om mijn 'goede' loper van h8 af te halen, werd deze ingesloten en was het wel echt uit.
Ik (John) moest de eerste vier borden voor mijn rekening nemen. Maar ik was vooral met mijn eigen partij bezig. Ik zal daarmee beginnen, al was ik als laatste klaar. Ik kwam redelijk uit de opening met g6 en Lg7. Ik kreeg iets later een minimaal voordeeltje met een open torenlijn. Op zet 43 stelde mijn tegenstander remise voor. We hadden beiden nog zeven pionnen en een dame. Ik had nog een loper en mijn tegenstander een paard. Maar ik kon met mijn dame zijn stelling binnendringen en twee pionnen veroveren. Ik moest het remiseaanbod wel afslaan ook al was de wedstrijd gelopen. Ik heb de stelling technisch uitgeschoven. Eindelijk weer een overwinning EN topscorer van HSC 2 aller tijden! Ik ben Maarten Smit voorbij gegaan. Ik heb daar meer wedstrijden voor nodig gehad, maar dat maakt niet uit.
De andere drie borden moest ik ook nog bijhouden. Dat is me niet gelukt. Wat te zeggen? Johan stond de gehele wedstrijd beter en had een aanval (e4, f4 en f5). De tegenstander rokeerde op het goede moment lang en daarmee waren de meeste problemen toch opgelost. Ergens heeft Johan de winst gemist was ook de mening van zijn tegenstander. Maar waar precies heb ik niet gezien.
Dan Willy. Hij speelde een soort Damegambiet/Slavisch met wit. Het was dus eigenlijk de tegenstander die het speelde. Willy stond kort na de opening een pion achter met geen enkele compensatie. Ik heb deze in ieder geval niet gezien. Even later was het gedaan en had Willy verloren en stond toen een toren achter. Wat was er gebeurd? Ik heb het Willy gevraagd, maar er kwam vooral teleurstelling naar buiten. Eerst dus die pion, later gaf Willy een kwaliteit weg en dus weer later was het verschil een toren.
Bord 1 was voor Ton. Hij speelde tegen een zware tegenstander. Toch stond Ton lange tijd goed. Hij had een loper in de stelling van de tegenstander gebracht. Deze loper kon niet meer met een pion bedreigd worden en werd zelf gedekt door een pion. Dat leek op voordeel. Later hoorde ik dat Ton inderdaad lange tijd goed stond. Ik denk dat een blunder een einde heeft gemaakt aan de partij, want deze was ineens voorbij.
Het ging vandaag goed met onze teams. Tijdens het rondlopen zag ik op bord 1 van ons derde nog een mooie stelling. Er was mat in één mogelijk met een simpele pionzet (c4). Roland kwam goed weg, maar verloor toch van een overmacht aan pionnen. Ook zag ik een prachtige stelling bij Chris. Ik zei ook tegen Bart dat die stelling eerder een opgave was. Wit (Chris) speelt en wint. Later zag ik dat Chris verloren had. HSC 1 en 3 verliezen, HSC 2 verliest en staat de drempel van degradatie. Maar voor het kampioenschap spelen in de eerste klasse is ook wel weer eens interessant.
HSC 2 (1835) | De Raadsheer (1858) | 2 - 6 |
Ton van den Waardenburg (1858) | Frank Verkooyen (2086) | 0 - 1 |
Willy Jonkers (1918) | Erik Roks (1728) | 0 - 1 |
John van Rooij (1862) | Tycho van Dijk (1767) | 1 - 0 |
Johan Wuijts (1786) | John van Dijk (1962) | ½ - ½ |
Pim Blijlevens (1981) | Johan Goorden (1810) | 0 - 1 |
Frans van Neerven (1805) | Frans Smits (1901) | ½ - ½ |
Joep Peeters (1710) | Daan van Dongen (1864) | 0 - 1 |
Joost Rutten (1763) | Jeroen van Ginneken (1743) | 0 - 1 |
4 januari 2014: Stukkenjagers 4 - HSC 2 (door Danniël van Boxtel)
We hebben het degradatieduel tegen hekkensluiter Stukkenjagers 4 verloren. Hierdoor neemt HSC 2 nu de laatste plaats in de tussenstand in. Er worden simpelweg teveel blunders gemaakt en stukken weggegeven. Een overwinning op De Raadsheer in de volgende ronde is broodnodig, anders wordt het een erg lastig seizoen.
Joost was niet op de hoogte van de finesses van een zijvariantje. Hij verloor een pion en kwam in een dameloos middenspel zwaar onder druk te staan. Even later won Ivar Heine een kleine kwaliteit en binnen twee uur was deze partij al afgelopen, 1 - 0.
Johan kwam tegen Lex Karstens dramatisch uit de opening. Na amper vijftien zetten moesten we reeds voor zijn schaakleven vrezen. Deze partij was een schoolvoorbeeld van een sterk paard tegen een zwakke loper. Johan kon alleen maar blijven staan, maar deed dat met verve. Karstens drong bovendien niet al te lang aan, 1½ - ½.
Willy had na tien zetten een kwaliteit te pakken. Peter Lode wist echter het nodig tegenspel te creëren en zou de materiële achterstand ongedaan gaan maken, waarna remise een logische uitslag zou zijn. Willy vergat helaas om met schaak een stuk te pakken en verloor een kuub hout, 2½ - ½.
Danniël speelde tegen de tactisch gevaarlijke Kienfong Lie Kwie. In een scherpe stelling behield hij het initiatief. Danniël mocht een aardig schijnoffer uitvoeren toen Lie Kwie enkele mindere zetten speelde. De zwarte koning werd geforceerd van g7 naar a5 gejaagd en zou spoedig mat staan. Lie Kwie liet het zich verder niet bewijzen, 2½ - 1½.
Ton kon eindelijk weer eens meedoen. Hij zal echter weinig plezier beleefd hebben aan zijn duel met Stefan Hess. De pion op g2 ging met schaak verloren en op weg naar het eindspel gaf Ton nog een pion weg. Hij had mogelijk nog remisekansen, maar verblunderde plotseling een vol stuk, 3½ - 1½.
Pim zette zijn partij tegen Arend Jan Meerwijk rustig op. Hij verbeterde zijn stelling geleidelijk en bracht Meerwijk met sterk spel in tijdnood. Een overmaat aan dreigingen was uiteindelijk beslissend. Pim won een stuk en later nog meer materiaal, waarna de strijd over was, 3½ - 2½.
Joep kwam zeer moeizaam uit de opening en moest het centrum aan Jean-Marie Wildeboer Schut laten. Hij gaf een pion om overeind te blijven, maar kreeg geen grip op de witte stelling. Na een mooie centrumopstoot had Wildeboer Schut meerdere dreigingen. Joep overzag de belangrijkste en verloor zijn dame, 4½ - 2½.
John stond na de inleidende beschietingen best aardig, maar raakte vervolgens het spoor bijster en verloor een pion. Hij vocht zich goed terug in de partij en mocht rekening gaan houden met een positief resultaat, toen Mark van den Berg aardig counterde. John had echter geen volle toren hoeven te verblunderen, 5½ - 2½.
Stukkenjagers 4 (1865) | HSC 2 (1845) | 5½ - 2½ |
Mark van den Berg (1858) | John van Rooij (1856) | 1 - 0 |
Lex Karstens (1845) | Johan Wuijts (1771) | ½ - ½ |
Arend Jan Meerwijk (1707) | Pim Blijlevens (1947) | 0 - 1 |
Peter Lode (1931) | Willy Jonkers (1923) | 1 - 0 |
Kienfong Lie Kwie (1890) | Danniël van Boxtel (1895) | 0 - 1 |
Ivar Heine (1931) | Joost Rutten (1781) | 1 - 0 |
Stefan Hess (1888) | Ton van den Waardenburg (1843) | 1 - 0 |
Jean-Marie Wildeboer Schut (1869) | Joep Peeters (1743) | 1 - 0 |
7 december 2013: HSC 2 - Stukkenjagers 3 (door Danniël van Boxtel)
Willy had het zwaar tegen de sterke Frans Konings. Een vervelende stikmatdreiging kostte een kwaliteit en daarna ging zijn mooie vrijpion ook nog verloren. Konings speelde geduldig verder en gaf op het juiste moment de kwaliteit terug voor een pion. Het pionneneindspel was kansloos voor Willy, 0 - 1.
Pim speelde tegen Winifred Paulis een uitstekende partij. Na een onregelmatige opening stond hij steeds aan het roer. Totale overbelasting van de witte stelling leverde een stuk op. De pluspionnen van Paulis werden zwak en haar koning kwam in het nauw. Pim maakte de partij met een geforceerde afwikkeling mooi af, 1 - 1.
De teamleiders liepen samen een rondje langs de borden. Joost op 't Hoog zou gezien de stellingen op dat moment niet ontevreden zijn met een gelijkspel. Het pakte echter helemaal anders uit...
John was tegen de talentvolle Jasper Beukema initieel niet goed bij de les. Ondanks pionverlies was zijn stelling echter nog speelbaar. Pas in het verre eindspel greep John in een zeer complexe stelling definitief mis, waarna één van de witte pionnen promoveerde, 1 - 2.
Danniël kwam tegen Joost op 't Hoog goed uit de startblokken. Hij won een kwaliteit tegen een pion en kon zijn koningsstelling gesloten houden. Danniël twijfelde tussen pionwinst en dameruil en had uiteraard voor de tweede optie moeten kiezen. Na dameruil zou er immers een zeer goed eindspel resteren. Met de tekstzet dwong hij Op 't Hoog min of meer tot het spelen van een geniale loperzet, waarna de partij in alle varianten uit was, 1 - 3.
Joep gunde Ron de Veen het centrum en viel zelf via de flanken aan. Ik heb me geen goed beeld van deze partij kunnen vormen. Joep kwam een stuk voor, maar de stelling bleef uitermate tricky. Hij miste een aftrekschaakje, waarna zijn stelling als een kaartenhuis in elkaar donderde, 1 - 4.
Joost stond tegen Ruud Feelders lang beter. Hij had echter geen goed plan en Feelders bleef op lastige penningen spelen. Joost raakte in tijdnood en de twijfel begon toe te slaan. Een zet of vier voor de tijdcontrole ging het mis. De speldenprikken van Feelders hadden eindelijk succes, want een witte loper ging via een penning verloren, 1 - 5.
Johan en Henk Jan Beukema deden bijna twee uur over de eerste tien zetten. Onze coming man kroop daarna uit zijn schulp en won een pion. Dameruil was wellicht verstandig geweest, maar past minder goed bij de stijl van Johan. Beukema sr. kreeg veel compensatie en lanceerde een koningsaanval. Johan kreeg in wederzijdse tijdnood een remiseaanbod, maar moest dat weigeren. Helaas verblunderde hij in het vervolg een stuk, waarna het over en sluiten was, 1 - 6.
Frans mopperde over zijn eigen spel, maar wist zijn rug gelukkig nogmaals te krommen. Hij vocht goed terug en remise kwam weldra binnen handbereik. John Greunsven wilde nog een poging wagen en wist uiteindelijk binnen te komen, 1 - 7.
Vuilnisman, mogen deze zakken ook mee?
HSC 2 (1843) | Stukkenjagers 3 (1945) | 1 - 7 |
Frans van Neerven (1830) | John Greunsven (2009) | 0 - 1 |
Willy Jonkers (1923) | Frans Konings (2160) | 0 - 1 |
Pim Blijlevens (1947) | Winifred Paulis (1940) | 1 - 0 |
Joost Rutten (1781) | Ruud Feelders (1977) | 0 - 1 |
Danniël van Boxtel (1895) | Joost op 't Hoog (1836) | 0 - 1 |
Johan Wuijts (1771) | Henk Jan Beukema (1955) | 0 - 1 |
John van Rooij (1856) | Jasper Beukema (1849) | 0 - 1 |
Joep Peeters (1743) | Ron de Veen (1836) | 0 - 1 |
2 november 2013: De Pion 3 - HSC 2 (door Pim Blijlevens)
Mijn partij was zo kort dat ik hem hier helemaal kan geven en dan is dit stukje nog steeds korter dan de andere. Ik was wit. 1.d4 Pf6 2.Lg5 d5 3.e3 c6 4.c4 Pe4 5.Lf4 Da5+ 6.Pd2 e5 7.Lxe5 Pxd2, 0 - 1.
Danniël was met zwart zo geweldig uit de opening gekomen dat zijn tegenstander al op zet 10 vond dat hij een kwaliteit moest geven. In plaats van te consolideren wilde onze teamleider snel voor de knock-out gaan. In een moment van totale schaakblindheid gaf hij daarbij zomaar een vol stuk weg. Zijn tegenstander kwam toen door een mooi paardoffer met paard en dame binnen en Danniël was verder kansloos, 2 - 0.
Joost was al vroeg een pion achter gekomen en de ijzersterke gedekte witte loper op d6 en de actieve stukken van zijn tegenstander maakten het er voor Joost niet makkelijker op. Hij werd dan ook vrij geruisloos van het bord afgeschoven, 3 - 0.
Zo stonden we dus in no-time met 3 - 0 achter en ook de resterende spelers stonden er, op John en Roland na, over het algemeen niet al te best voor.
Johan had met zijn Hollandse opstelling niks bereikt. En datzelfde gold ook voor zijn tegenstander. Er was dan ook helemaal niks aan de hand totdat Johans tegenstander ineens een vorkje middels de zet d4-d3 toeliet. Johan won minimaal een stuk en op de manier dat zijn tegenstander het speelde werd het zelfs een toren, 3 - 1.
John mocht van zijn tegenstander, die al kort gerokeerd had, via Lxh6 Lxh6 Dxh6 een megakoningsaanval opzetten. Zijn tegenstander kon mat in eerste instantie nog voorkomen, maar John kwam maar liefst vier pionnen voor en winst was toen slechts een kwestie van tijd. Met een mooi kwaliteitsoffer werd de buit binnen gehaald, 3 - 2.
Joep wilde na de opening meteen gaan aanvallen en vergat daarbij te rokeren. Via Tc8+ won zijn tegenstander Joeps dame voor een toren en een loper. Joep bleef nog lang tegensputteren, maar de partij was toen eigenlijk al over, 4 - 2.
Frans was na 17... Lxb2 een pion achter gekomen en had daar niet al te veel compensatie voor gekregen. Na dameruil ontstond en een eindspel met twee lopers voor Frans en twee paarden voor zijn tegenstander. Toen Frans met Lxa7 de pion terug had gewonnen, bleken de lopers veel sterker dan de paarden. Frans won nog een pion en creëerde een vrije a-pion. Zijn tegenstander moest een paard geven om deze te stoppen en het overgebleven eindspel met twee lopers en een pion tegen een paard en twee pionnen werd door Frans uitstekend uitgeschoven, 4 - 3.
Na de 3 - 0 tussenstand waren we dus toch weer teruggekomen tot 4 - 3. De laatste die nog bezig was was invaller Roland die het maar niks vond dat de druk van de gelijkmaker op zijn schouder kwam te liggen. Roland had in een gesloten stelling een enorme druk via de b-lijn opgebouwd en zijn tegenstander kon alleen maar verdedigen en afwachten. Deze had op een gegeven moment zelfs al z’n stukken op de onderste rij staan en een vol uur meer verbruikt dan Roland. Omdat er op de damevleugel niet door te komen bleek, probeerde Roland na de tijdcontrole op de koningsvleugel door te breken. Hij dirigeerde zijn stukken naar de andere kant van het bord en maakte langzaam vorderingen, maar dat kostte hem wel veel tijd. Met allebei minder dan 5 minuten op de klok, en nog steeds een kansrijke stelling voor Roland, liet hij ineens een stuk in staan met schaak. En omdat er ook geen eeuwig schaak meer in zat verloor hij zelfs nog.
Erg jammer deze nederlaag, want er had zeker meer in gezeten.
De Pion 3 (1887) | HSC 2 (1825) | 5 - 3 |
Jordy Schouten (1926) | Pim Blijlevens (1947) | 1 - 0 |
Rogier van Loon (2059) | Danniël van Boxtel (1895) | 1 - 0 |
Carlo Rens (2006) | John van Rooij (1856) | 0 - 1 |
Rob van der Weegen (1860) | Johan Wuijts (1771) | 0 - 1 |
Ngo Hin Cheng (1894) | Roland Robinson (1774) | 1 - 0 |
Noud Riemens (1672) | Joep Peeters (1743) | 1 - 0 |
Ton van der Werf (1865) | Frans van Neerven (1830) | 0 - 1 |
Henk Wennekes (1811) | Joost Rutten (1781) | 1 - 0 |
21 september 2013: HSC 2 - Veldhoven 2 (door Danniël van Boxtel)
We zijn dit externe seizoen goed begonnen met een overwinning op een flink verzwakt Veldhoven 2.
Frans had op dinsdag 17 september in een vooruitgespeelde partij het bal geopend. Jan van de Munckhof hanteerde een zeer degelijke opzet en onze nestor probeerde leven in de brouwerij te brengen. Frans kwam allengs beter te staan en sloeg een remiseaanbod terecht af. Vervolgens mishandelde hij het viertoreneindspel echter. In een inmiddels dubieuze stelling bleef Frans verwoed op winst spelen. Dit kostte twee pionnen en de partij, 0 - 1.
Ton speelde tegen Jan Peters een prima opening, maar kon door sterk spel van zijn opponent geen voordeel bereiken. Alle lichte stukken werden geruild, waarna dit duel op remise afstevende. Een grapje via een batterij op de e-lijn kostte helaas een cruciale pion. De zwarte stelling was plotseling niets meer waard. Ton gaf op toen een tweede pion verloren ging, 0 - 2.
Pim speelde tegen één van de Veldhovense invallers. Hij voelde zich als een vis in het water in de vlijmscherpe stelling die op zijn bord was verschenen. Bertus Pals deed ogenschijnlijk steeds de beste zetten, maar dat bleek reeds onvoldoende. Pim won met enkele krachtzetten een stuk voor een pion, creëerde een sterke vrijpion en ruilde alle stukken, 1 - 2.
Willy hield zijn krachtmeting met Fred van Empel aardig in balans. In het vierde speeluur kroop hij uit zijn schulp en bloeide de partij eindelijk op. In een betere stelling verblunderde Willy een kwaliteit, waarna hij enigszins voorbarig direct opgaf, 1 - 3.
Johan had in zijn lijfopening enkele varianten door elkaar gehaald en stond tegen Pieter de Visser zonder veel compensatie een pion achter. Hij bleef echter actief spelen, won zijn pion met rente terug en heerste over de zwarte velden. De witte koning stond volledig veilig, maar zijn zwarte collega had nauwelijks bescherming om zich heen. De vele dreigingen groeiden De Visser uiteindelijk boven het hoofd, 2 - 3.
John had erg veel bedenktijd nodig om zijn ingewikkelde stelling te doorgronden. Na tien zetten had hij al een uur nagedacht, maar daardoor tevens een goed plan gevonden. Gilbert Leentjens speelde op de aanval, maar John had overal een antwoord op en bleef de stelling verder compliceren. Leentjens kwam in hevige tijdnood en kreeg enkele gigantische paardzetten om zijn oren. John stond al helemaal gewonnen toen de vlag van zijn tegenstander viel, 3 - 3.
Danniël speelde een uitstekende partij tegen Marcel Laarhoven. Hij gaf bewust een dame voor twee torens om na grootscheepse stukkenruil enkele zetten later een pion te kunnen winnen. Danniël vlocht een matnet en Laarhoven kon hieruit slechts ontsnappen door zijn dame tegen twee torens terug te geven, waarna Danniël een pionneneindspel met vier tegen drie pionnen zou overhouden. Op het moment suprême zag hij echter spoken en miste hij in zijn berekeningen een zeer eenvoudige winstvoering. Het handige remiseaanbod van Laarhoven werd daarom volkomen ten onrechte geaccepteerd, 3½ - 3½. Dit had een matchpunt moeten kosten.
Joep koos tegen een andere invaller voor een rustige opbouw. Hij besloot de eindspelkennis van Rolf Bennik te testen en ruilde weldra de meeste stukken. Joep bereikte met volharding en enige medewerking van zijn tegenstander een gewonnen pionneneindspel, maar maakte het zichzelf toen te moeilijk. Het ophalen van de f-pion zou immers direct tot winst hebben geleid. Joep koos echter voor een aanpak die geforceerd tot remise had moeten leiden, als Bennik elementaire eindspelkennis zou hebben ontplooid. Met een witte koning op c5, een witte dame op g3, een zwarte koning op g1 en een zwarte pion op f2 moet zwart uiteraard Kg1-h1 spelen, waarna wit niet verder komt; Dg3xf2 is immers pat. Bennik kende of zag deze wending niet, speelde Kg1-f1 en liet de witte koning via hetzelfde patroon steeds dichterbij komen. Uiteindelijk ging de zwarte pion verloren en was Joep de gevierde man, 4½ - 3½.
HSC 2 (1856) | Veldhoven 2 (1796) | 4½ - 3½ |
Willy Jonkers (1934) | Fred van Empel (1987) | 0 - 1 |
John van Rooij (1843) | Gilbert Leentjens (1851) | 1 - 0 |
Ton van den Waardenburg (1863) | Jan Peters (1942) | 0 - 1 |
Danniël van Boxtel (1898) | Marcel Laarhoven (1805) | ½ - ½ |
Pim Blijlevens (1941) | Bertus Pals (1726) | 1 - 0 |
Johan Wuijts (1768) | Pieter de Visser (1782) | 1 - 0 |
Frans van Neerven (1848) | Jan van de Munckhof (1688) | 0 - 1 |
Joep Peeters (1756) | Rolf Bennik (1590) | 1 - 0 |