Verslagen van HSC 2
Ronde 6 (8 maart): HSC 2 - WLC 3 (door Retze Faber)
Het is de 1e zaterdag van maart en het weer is beter dan we lange tijd gezien hebben. De zon schijnt en het zal vandaag 18 tot 20 graden worden. De lucht is stralend blauw die middag en mijn vrienden vragen of ik mee ga golfen en heerlijk in de frisse lucht een balletje het water of het bos in wil slaan. Maar nee, uiteraard kies ik ervoor om in een donker hol te gaan zitten met 31 andere voornamelijk half-bejaarde mannen en zal daar urenlang naar poppetjes op een bord gaan staren. Ai, de keuzes die we maken in het leven.
Maar goed, nadat Pim ongeveer 8-10 minuten met de afstandsbediening van het licht onze ruimte van donker naar half licht naar donker naar disco naar licht had geschakeld, was het zover. We mochten aantreden tegen WLC, een geduchte tegenstander uit het Eindhovense. Omdat ik door onze teamleider op zeer subtiele wijze gehint werd dat er een verslag nodig was, zal ik u eens even uit de doeken doen wat zich allemaal heeft voltrokken. Nu moet ik bekennen dat ik in het begin niet alle partijen heb kunnen volgen, maar daarover later meer.
First Blood
Op bord 8 was onze Ton uitstekend van start gegaan. Hij bouwde langzaam zijn stelling op en nam daarbij steeds meer ruimte in beslag. Meer en meer stukken werden in stelling gebracht en het leek erop dat de hele koningsvleugel van de tegenstander weleens in stukken geslagen kon gaan worden. Maar toen ik even later weer ging kijken waren er voornamelijk stukken geslagen, die roerloos in de doos lagen te uit te puffen en was er een toreneindspel waar Ton voor mijn gevoel nog steeds beter stond. Op mijn volgende rondje door de zaal waren nu alle stukken in de doos beland, maar helaas was het noodlot toegeslagen – Ton had zijn tegenstander verblijd met een gratis toren. Het eerste bloed was gevloeid… en het was niet in ons voordeel.
Rambo – first blood part 2
Op bord 7 waren we gesterkt door een uitstekende invaller, Marcel Pelgrom. Marcel is niet alleen wereldwijd befaamd in de techniek (google maar eens en je zult een middag verder zijn!), maar kan ook nog eens een zeer sterk robbertje vechten op het schaakbord. Ook hij ging voortvarend van start en bouwde met zwart een mooie gebalanceerde stelling op tot aan het middenspel. Daar ging het echter langzaamaan slechter en slechter en onder druk moest hij een ruil van dame plus paard tegen twee torens toestaan. Dit leidde echter niet tot verlichting maar tot nog verdere opbouw van druk door de tegenstander. Wederom lieten de inmiddels vervloekte schakers uit Eindhoven bloed vloeien: 0-2.
Oude vos nieuwe vos
Inmiddels moest er natuurlijk iets gebeuren aan onze kant en dat gebeurde op bord 3, waar onze teamleider besloot eens te laten zien hoe dit spel gespeeld moet worden. Hans’ tegenstander kwam net boven de tafel uit, maar kon toch enorm goed uit de voeten met de stukken. Met wit trok hij gewaagd van leer en koos steeds weer voor dreigende en ruimte nemende zetten. Even leek het alsof we de derde nul gingen pakken, maar toen kwam het geheime wapen op tafel – de 78 extra jaren schaakervaring van onze aanvoerder! Hans is al lid van HSC sinds de tijd van de houten gulden en heeft in al die decennia (het zijn nog net geen eeuwen) alle trucs en kunstjes van het mooie schaakspel al twaalf keer langs zien komen. Dus toen zijn jeugdige tegenstander net iets te ambitieus was, sloeg onze oude – maar sluwe – vos toe. Het jonge vosje moet met slechts een handdruk het schaakbord verlaten en het was 1-2.
HSC Supportersclub
Er waren toen al enkele uren verstreken en er moest iets gebeuren om het tij te keren. Bij gebrek aan panini’s had ik mezelf gesterkt met een portie halal kip met mayonaise, maar de ware krachtbron kwam van elders: de HSC supportersclub druppelde langzaam binnen. Hun morele steun (en dreigende blikken richting de tegenstanders) bleek goud waard. Van tevoren waren we natuurlijk al gesterkt door vele succeswensingen op de schaakapp, maar deze hulp was superwelkom en heeft zonder twijfel geholpen in het verder verloop van de middag. Vlak na binnenkomst vielen al snel weer scores op de mat – twee remises ditmaal.
Willy was op bord 6 lang verwikkeld in een gedegen strijd met een geduchte tegenstander. Ook al had zijn tegenstander een visuele beperking, toch wist deze op het bord wel degelijk alle mogelijke problemen te doorzien en maakte hij het Willy erg lastig. Hoe de partij precies remise werd? Geen idee. Vraag het hem maar onder het genot van een biertje op een dinsdagavond!
Aan bord 5 was Joost in zijn geliefde Frans lang goed bezig en leek stiekem de overhand te gaan nemen in zijn schermutseling. Hij had een actieve stelling en even dacht ik dat er meer in zou zitten dan het eindresultaat, maar na een (ongelukkige?) dameruil leek de stelling dood te bloeden. Niet al te lang later hebben de kemphanen dan ook de strijdbijl begraven. Het was nu 2-3.
Why did the chicken enter stomach
De volgende die klaar was met zijn partij was ikzelf. Zoals u in mijn vorige verslag hebt kunnen lezen, verkeer ik de laatste tijd in een vorm die zich het best laat omschrijven met de woorden “tja, hij doet zetten”. Wederom ging ik als een kip zonder kop van start en stond na een zet of 6,7 dan ook al positioneel verloren. Uitermate succesvol begin van een dag dus. Ik besloot dat er niets anders opzat dan me maar eens goed vast te bijten in de stelling en beloofde mezelf pas van het bord te komen als ik al mijn mentale krachten had opgebruikt om het tij (hopelijk) te keren. Het gevolg was dat de stoom uit mijn oren kwam en mijn maag zo hard begon te knorren, dat mijn tegenstander nog harder ging ademhalen dan ie al deed. Toen ikzelf plotseling ook al die geluiden hoorde, besloot ik dan maar die eerdergenoemde kip te gaan halen om mezelf aan te sterken. Of het de geur van de kip was, de jaloezie dat ik wel iets te eten had, of de eerder genoemde HSC supportersclub – mijn tegenstander liet zet voor zet zijn voordeel wegglippen en ik kreeg weer een speelbare stelling. Inwendig ging ik nu een “why did the chicken cross the esophagus” vraagstuk aan en na twintig minuten filosofische overpeinzingen besloot ik dat er maar één antwoord was – omdat Snookertown de panini's van de kaart had gehaald! Gelukkig was dit de laatste brainfart van de dag en was dit wellicht het aanbreken van een nieuwe schaaklente voor ondergetekende – ik wist mijn stelling uit te bouwen tot een steeds lastigere stelling voor mijn Gegner en onder de druk bezweek hij. We stonden gelijk!
Clash of the titans
Hierna was het de partij aan bord 1 die beslecht werd. Hier zaten de titanen, de kanonnen, de crème-de-la-crème van het schaakintellect. Pascal was degene die daar traditiegetrouw de degens kruiste en hij toverde weer een stelling op het bord waar de mindere goden niets van zouden begrijpen. Want zoals gewoonlijk was hij na 25 zetten nog niet gerokeerd en, als onze steevaste clubkampioen Bart daar al geen patent op had, dan zou Pascal dit al vast en zeker hebben laten vastleggen. Maar ondanks het feit dat de koning als enige stuk niet ontwikkeld was, weerhield Pascal het er niet van om complicatie na complicatie op het bord te toveren. Toen Pascal dan toch eindelijk gerokeerd was en nog meer ging toveren, werd het zijn tegenstander langzaamaan te veel. Eerst moest die een stuk opgeven voor een pion (of twee?), maar kort daarna beslechtte onze topspeler het gevecht met een leuke combinatie waardoor het een volle toren werd. We stonden met 4-3 voor.
Last of the Mohicans
Intussen was onze topscorer John op bord 2 ook weer in een zeer goede stelling beland en het leek dus alsof we hier een goede overwinning gingen scoren. Hoe hij echter in deze stelling was beland snap ik nog steeds niet. En als ik erover nadenk, raak ik alleen maar meer verward. Het was namelijk allemaal als een konings-indische aanval begonnen en twintig, dertig zetten lang leek alles op een tamelijk rustige stelling die niet ergens toe aan het leiden was. Maar bij het volgende bezoek was alles geëxplodeerd en had John een klinkende aanval. Hij leek de strijd dan ook snel te gaan beslechten en zette een matcombinatie in. Die leidde tot... een stukverlies helaas :-( Maar niet getreurd beste lezer, de tegenstander was nog niet uit de problemen. Zijn vorst stond nog steeds in het midden van het bord met slechts een ros en een armzalig pionnetje ter beschutting. En John trok onvervaard wederom ten strijde en wilde zijn reputatie als bekerwinnaar van HSC natuurlijk niet zomaar te grabbel gooien. De tegenstander bezweek uiteindelijk, de strijd was gestreden, Johns reputatie intact en het kwaad overwonnen.
HSC 2 wint met 5-3 van de dappere krijgers van WLC 3. Na dit 64-veldige vuurwerk werd er nog een klein nabrandertje afgestoken aan de bar van Snookertown. Ikzelf kreeg daar nog een gratis bijles in toreneindspelen van onze eigen FM gevolgd door gezellige praat – zoals het een waardige afsluiting betaamt. Tot de volgende!
HSC 2 (1860) | WLC 3 (1822) | 5-3 |
Pascal Boudewijns (1914) | Niels Feijen (1896) | 1-0 |
John van Rooij (1987) | Tobias Jacobs (1938) | 1-0 |
Hans Nacinovic (1873) | Sai Lalkota (1840) | 1-0 |
Retze Faber (1826) | Henny Wilbrink (1802) | 1-0 |
Joost Rutten (1848) | John van der Wielen (1822) | ½-½ |
Willy Jonkers (1870) | Bas Roelen (1833) | ½-½ |
Marcel Pelgrom (1831) | Leo IJzendoorn (1771) | 0-1 |
Ton Hageman (1727) | Casper Deij (1673) | 0-1 |
Ronde 5 (8 februari): Eindhoven 4 - HSC 2 (door Pascal Boudewijns)
Op 8 februari stond de uitwedstrijd tegen Eindhoven 4 op het programma. Ons team bezette de gedeelde tweede plaats terwijl onze tegenstanders puntloos onderin stonden. Zo'n zwak team is Eindhoven 4 helemaal niet; we vroegen ons dan ook af waarom ze zo laag stonden. Tegen ons zouden ze dan toch ineens niet de weg omhoog inzetten? Gelukkig niet vandaag.
David op bord 8 opende het bal. Ik dacht dat hij gewonnen stond, met zware stukken op de onderste rij. Echter David, gezien eerdere resultaten in deze competitie, vertrouwde het niet helemaal. Zijn zwarte dame stond inderdaad redelijk buitenspel op a1 en daarom bood hij remise aan, ½-½.
Vervolgens won Jean-Paul met wit. Hij kreeg een Scandinaviër tegen. Echter, het was onze speler die een pion offerde en razendsnel ontwikkelde, met als gevolg dat wit reeds op zet 14 met een paard op f7 insloeg. Zwart had nog niet gerokeerd en er hing zowel een toren op h8 als een loper op e5. Zwart dacht lang na over tegenkansen, vond die niet en gaf op, ½-1½.
De stand werd echter weer rechtgetrokken door een jeugdtalent op bord 7 tegen onze Nico. Het jonge meisje en Nico maakten er een waar spektakelstuk van, waarin het leek of per zet de kansen keerden. Het was onze man die de grootste fout maakte door zijn toren op a2 te zetten, buitenspel dus, waarna zijn tegenstandster met de zware zwarte stukken de witte koning omsingelde met stukwinst en partijwinst tot gevolg, 1½-1½.
Hierna remiseerde ik. In mijn geliefde wing-gambiet speelde mijn tegenstander een variant die mij niet zo goed ligt. Het openingstrucje dat ik nu toevallig in twee partijen achter elkaar speelde, werd ook twee keer omzeild. Gevolg was dat ik het hele middenspel moest keepen zonder fatsoenlijke tegenstoot. Na een zet of 20 kon ik eindelijk onder de druk uit komen en zelf eens wat initiatief ontplooien. Mijn tegenstander had al flink wat tijd verbruikt en op de resterende borden zag het er heel goed uit voor ons, dus ik bood remise aan. Dit werd na zo'n tien minuten aangenomen, 2-2.
John won redelijk snel daarna inderdaad, met zwart. In een gelijk opgaande opening wist John uiteindelijk een dame-eindspel met het loperpaar over te houden. Zijn tegenstander had dame-loper-paard. De zwakke witte pionnen werden onder vuur genomen en toen onze man er twee vanaf gesnoept had met een derde in het vizier was het gedaan, 2-3.
Toch werd het nog 3-3. Retze speelde met zwart ook tegen een jeugdtalent. Zwarts stukken stonden wat lastig gevangen binnen de eigen pionnenketen, terwijl wit druk had op de damevleugel waar een zwakke pion stond. Hoe het uiteindelijk mis is gegaan, heb ik helaas gemist, maar het resultaat las ik op het wedstrijdbriefje...
De laatste twee partijen brachten ons de overwinning, te beginnen met Hans. Hans is in vorm, al een hele tijd. Zijn tegenstander, die zwart had, posteerde een paard aan de rand en verhinderde een terugkeer naar veiligere oorden omdat zijn eigen pionnen in de weg stonden. Dit vormde het aanknopingspunt voor wit. Langzaamaan werd de druk opgevoerd en zwart was min of meer machteloos. Om toch een beetje tegenspel te krijgen, brak zwart de stelling open, echter werkte dit tegen hem en stortte het als een kaartenhuis ineen, 3-4.
Willy ten slotte, met zwart. Willy komt van ver. Haalde lange tijd zijn niveau niet van "vroegere" jaren. Maar Willy is terug! Geen rare fratsen meer, maar gewoon degelijk schaken, twee pionnen winnen en met een gewonnen stelling overblijven. Probleempje was echter nog een vervelend wit paard, onberekenbaar. Enkele hoofdbrekens later had Willy besloten een loper te geven voor een pion en hij wist met zijn ver opgerukte twee vrijpionnen de winst veilig te stellen, eindstand 3-5.
Na deze degelijke overwinning, werd er aan de gezellige bar nog wat nageborreld en voorzichtig gehoopt, dat de koploper een misstap had begaan en we misschien zelfs wel de nieuwe lijstaanvoerder waren... Kijk ik 's avonds op de site, zijn we gezakt van plek 2 naar plek 4! Onze concurrenten hadden grotere overwinningen geboekt! Maar goed, de volgende ronde kan alles anders zijn. Dan moet namelijk de nummer 1 tegen de nummer 2, en wij spelen dan thuis als nummer 4 tegen nummer 3. De winnaars kunnen dan goede zaken doen! Gegroet!
Eindhoven 4 (1736) | HSC 2 (1863) | 3-5 |
Tom Vennix (1904) | Pascal Boudewijns (1917) | ½-½ |
Ostap Gurgula (1804) | John van Rooij (1977) | 0-1 |
Ewout Snoeck (1726) | Hans Nacinovic (1864) | 0-1 |
Tim Ma (1745) | Retze Faber (1850) | 1-0 |
Ron van Hoogstraten (1733) | Jean-Paul Fransen (1889) | 0-1 |
Flip Stomps (1619) | Willy Jonkers (1865) | 0-1 |
Niranjana Ganeshram (1619) | Nico Vissers (1801) | 1-0 |
Kirtin Srivatsa (1739) | David Rahangmetan (1743) | ½-½ |
Ronde 4 (14 december): HSC 2 - Zuid-Limburg 5
HSC 2 (1834) | Zuid-Limburg 5 (1848) | 4½-3½ |
Pascal Boudewijns (1930) | Peter Schotman (1941) | 1-0 |
Hans Nacinovic (1848) | Bart Koelman (1897) | 1-0 |
Retze Faber (1950) | John Uckerman (1867) | ½-½ |
Joost Rutten (1845) | John Heuts (1920) | ½-½ |
Willy Jonkers (1876) | Gerard Bischoff (1851) | 0-1 |
Nico Vissers (1795) | Roy Maessen (1907) | 1-0 |
Ton Hageman (1727) | Robert de Vries (1727) | ½-½ |
David Rahangmetan (1797) | Clara Brandt (1674) | 0-1 |
Ronde 3 (23 november): De Vughtse Toren 1 - HSC 2
De Vughtse Toren 1 (1837) | HSC 2 (1874) | 2½-5½ |
Gerard Fedyszyn (1824) | Pascal Boudewijns (1955) | ½-½ |
Geert van der Cruysen (1854) | John van Rooij (1962) | 0-1 |
Henk van Evert (1906) | Hans Nacinovic (1843) | ½-½ |
Wim Viering (1889) | Retze Faber (1859) | 0-1 |
Job van Dijke (-) | Joost Rutten (1845) | 0-1 |
Marc Viering (1942) | Willy Jonkers (1874) | ½-½ |
Frits Akkermans (1790) | Nico Vissers (1782) | 0-1 |
Ren Vleer (1657) | David Rahangmetan (-) | 1-0 |
Ronde 2 (9 november): HSC 2 - De Combinatie 2
HSC 2 (1839) | De Combinatie 2 (1854) | 3½-4½ |
Pascal Boudewijns (1955) | Tibor Hurkmans (1898) | 0-1 |
John van Rooij (1962) | Stefan Rooijakkers (1942) | 0-1 |
Hans Nacinovic (1843) | Martien van der Sanden (1902) | ½-½ |
Jean-Paul Fransen (1892) | John Loomans (1935) | ½-½ |
Danny Oppers (1685) | Joey Weerts (1853) | 1-0 |
Marcel Pelgrom (1813) | Piet Berkers (1791) | 1-0 |
Ton Hageman (1726) | Kees van Pelt (1747) | ½-½ |
David Rahangmetan (-) | Ellen Meijer (1765) | 0-1 |
Ronde 1 (12 oktober): HSC 2 - Kempen Combinatie 2
HSC 2 (1858) | Kempen Combinatie 2 (1852) | 4-4 |
Pascal Boudewijns (1959) | Hans Brave (1910) | 1-0 |
John van Rooij (1951) | Ronny van den Boomen (1898) | 1-0 |
Hans Nacinovic (1829) | Angel van Beek (1816) | 1-0 |
Retze Faber (1894) | Philip van Gils (1858) | 0-1 |
Joost Rutten (1843) | Walter Smits (1906) | ½-½ |
Nico Vissers (1793) | Wim van de Vondevoort (1834) | 0-1 |
Ton Hageman (1735) | Jeroen Beerens (1837) | 0-1 |
David Rahangmetan (-) | Rik van der Looij (1759) | ½-½ |