Verslagen van HSC B
2 april 2019: HSC B - Gardé (door Danniël van Boxtel)
HSC B is kampioen! Koploper De Combinatie had de vooruitgespeelde wedstrijd verrassend verloren van het reeds gedegradeerde RDS. Hierdoor kregen wij een uitgelezen kans om de titel te grijpen. Een gelijkspel tegen Gardé zou voldoende zijn geweest, maar er werd zelfs een vrij regelmatige overwinning geboekt.
Hugo wees ons snel de goede weg. Leo Hovens verprutste de opening en pakte bovendien een vergiftigde pion, zodat Hugo via een schaakje reeds binnen tien zetten een vol stuk voor stond. Hugo raapte bij de afwikkeling naar het eindspel nog enkele pionnen op en won soeverein, 1 - 0.
Danniël speelde tegen Peter Thijssen één van zijn slechtste partijen van het seizoen. Hij zag dingen die er niet waren en kreeg de stellingen die hij had voorzien helemaal niet op het bord. Drie zetten diepe varianten waren al te lastig voor Danniël. Remise aanbieden was zijn wellicht beste idee van de avond, 1½ - ½.
Gerard had de kenmerkende tactische puinhoop op het bord. Coen Winters bleef dankzij lang nadenken overeind en creëerde wat tegenspel. Gerard bood bij de 1½ - ½ tussenstand omwille van het teambelang remise aan en Winters kon niet weigeren, zodat de cup met de grote oren binnen was, 2 - 1.
Paul belandde al vroeg in het eindspel, omdat Erwin Talpe vanuit de opening op grootscheepse stukkenruil aanstuurde. Paul weigerde een keer of vier remise omdat hij meende niet te kunnen verliezen maar wellicht nog wel te kunnen winnen. De partij bleef heel lang binnen de remisemarge. Talpe miste minimaal één geforceerde remisevariant en greep na ruim negentig zetten uiteindelijk definitief mis, 3 - 1.
HSC B (1971) | Gardé (1724) | 3 - 1 |
Gerard van de Kerkhof (2006) | Coen Winters (1828) | ½ - ½ |
Hugo Faber (2003) | Leo Hovens (1724) | 1 - 0 |
Paul van Asseldonk (1980) | Erwin Talpe (1707) | 1 - 0 |
Danniël van Boxtel (1894) | Peter Thijssen (1635) | ½ - ½ |
28 februari 2019: Gennep - HSC B (door Danniël van Boxtel)
HSC B heeft in de titelrace met De Combinatie slechte zaken gedaan door slechts met 1 - 3 van Gennep te winnen. Met nog één wedstrijd te gaan staan we nu gelijk in wedstrijdpunten maar een half bordpunt achter. Aangezien wij het onderlinge duel verloren hebben, zullen we in de laatste ronde minimaal een bordpunt meer moeten scoren dan De Combinatie. Zij ontvangen het reeds gedegradeerde RDS, terwijl wij tegen het altijd gevaarlijke Gardé aantreden.
Paul zette ons op het goede spoor door zijn partij tegen Theo Koolen overtuigend te winnen. Hij veroverde door overbelasting van de zwarte dame een pion en ruilde het nodige hout. Op het juiste moment gaf hij een kwaliteit voor een pion. Toen hij even later nog een pion won slaagde Koolen er niet langer in om alle witte pionnen tegelijkertijd af te stoppen, 0 - 1.
Gerard deed ook wat van hem verwacht mocht worden. Hij ging de koningsstelling van Ton Thijssen hardhandig te lijf en verkreeg beslissend voordeel. Gerard voerde de druk steeds verder op, waardoor Thijssen zich gedwongen voelde om een stuk te offeren. Gerard ruilde veel materiaal en won het eindspel soeverein, 0 - 2.
Hugo was blijkbaar al vermoeid toen hij in het pittoreske Gennep arriveerde. Hij werd stevig aangepakt door Tim Ariaans en kwam nooit lekker in zijn spel. Hugo vond geen veilige parkeerplaats voor zijn koning en toen Ariaans met f4-f5 de stelling openbrak zag het er al slecht uit voor onze man. Hugo verloor een pion, maar bovendien werd hij steeds vermoeider en raakte hij in serieuze tijdnood. Uiteraard had Hugo ten koste van alles de tijdcontrole moeten halen. Dan had hij tenminste nog een poging kunnen doen om de partij te redden. Door de vlag gaan betekende immers een zekere nul, 1 - 2.
Danniël heeft Jan van de Pijl na vroege pionwinst volledig overspeeld. In de diagramstelling is de lezer nu aan zet. Probeer de antwoorden bij de twee onderstaande vragen zelf te vinden voordat je verder leest. Vraag 1: wat is de beste voortzetting voor zwart? Antwoord: in het centrum kan nog niet geoogst worden, maar na 1... Db3 en 2... Da2 zal pion b2 vallen. Stockfish waardeert de zwarte stelling dan zelfs met +5. Danniël had wel door dat het in deze stelling om pion b2 ging, maar dacht die op een andere manier te kunnen winnen. Vraag 2: waarom is het gespeelde 1... La2 2.Ta1 Dxb2 slecht? Antwoord: uiteraard volgde 3.Txa2 en de witte dame en toren dekken elkaar indirect. Stuk kwijt! Na 3... Dxd2 4.Txd2 staat wit met zijn stuk tegen twee pionnen inmiddels iets beter (+0.4). Gelukkig kon Danniël, met enige medewerking van de witspeler, zijn d-pion even later laten oprukken. Van de Pijl moest een toren voor die pion geven, waarna het eindspel met een kwaliteit meer eenvoudig gewonnen was, 1 - 3.
Gennep (1651) | HSC B (1971) | 1 - 3 |
Ton Thijssen (1801) | Gerard van de Kerkhof (2006) | 0 - 1 |
Tim Ariaans (1718) | Hugo Faber (2003) | 1 - 0 |
Theo Koolen (1719) | Paul van Asseldonk (1980) | 0 - 1 |
Jan van de Pijl (1364) | Danniël van Boxtel (1894) | 0 - 1 |
29 januari 2019: HSC B - HMC B (door Danniël van Boxtel)
Gerard was blij verrast dat Matthijs Dijkstra zijn sterke witveldige loper liet ruilen en zich daarna nogal passief opstelde. Gerard zette zijn stukken op de juiste velden en creëerde zowel op de koningsvleugel als in het centrum de nodige dreigingen. Hij vergrootte systematisch de druk op de witte stelling en oogstte via een penning een vol stuk, 1 - 0.
Danniël koos er tegen Cees Nuijten bewust voor om de stelling nagenoeg dicht te schuiven. Hierdoor werd de witveldige loper van Nuijten immers langdurig buitenspel gezet en de bewegingsruimte van de andere zwarte stukken tot de onderste rijen beperkt. Vervolgens brak Danniël de koningsvleugel open, terwijl de zwarte stukken niets konden uitrichten. Toen de zwarte koning naar de damevleugel vluchtte, verlegde hij zijn aandacht naar die kant van het bord. Nota bene in de hevige tijdnood van Nuijten vergooide Danniël een zeker lijkende overwinning echter nog bijna. Zijn stukoffer had beter voorbereid moeten worden en kwam te vroeg, en werd bovendien gevolgd door een nutteloze zet die zonder compensatie tot kwaliteitsverlies leidde. Gelukkig ging Nuijten op zet 39 door zijn vlag, 2 - 0.
Paul trof in Wim van Oostrum een opponent die de partij rustig en zeer gedegen opzette. Paul zocht naar mogelijkheden om de stelling te openen en verlokte Van Oostrum daarmee tevens tot actiever spel. De Bosschenaar overspeelde daarbij zijn hand. Hij voorkwam pionverlies, maar overzag daarbij een ordinaire pionvork op dame en paard die tot stukverlies leidde. Na dameruil had Paul geen enkele moeite om het eindspel te verzilveren, 3 - 0.
Pim ging tegen Piet van Eijndhoven voortvarend van start en bereikte een gunstige stelling, maar het was ondanks lang nadenken niet duidelijk hoe hij daadwerkelijk voordeel zou kunnen behalen. In tijdnood eiste de zwarte dame de hoofdrol voor zich op door sterk binnen te komen en enkele pionnen te verorberen. Pim kon stukkenruil niet verhinderen en was na de tijdcontrole kansloos in het resterende paardeneindspel met twee pionnen minder, 3 - 1.
HSC B (1958) | HMC B (1918) | 3 - 1 |
Gerard van de Kerkhof (2025) | Matthijs Dijkstra (2087) | 1 - 0 |
Pim Blijlevens (1956) | Piet van Eijndhoven (1992) | 0 - 1 |
Paul van Asseldonk (1971) | Wim van Oostrum (1861) | 1 - 0 |
Danniël van Boxtel (1878) | Cees Nuijten (1731) | 1 - 0 |
3 december 2018: Eindhoven - HSC B (door Danniël van Boxtel)
Hugo kwam tegen Hans Bosscher via zetverwisseling in een gesloten Siciliaan terecht en rokeerde lang. De diagramstelling, waarin Hugo zojuist 20... Tgh8 heeft gespeeld, laat zien dat beiden aanvallende bedoelingen hadden.
Gerard hanteerde tegen Alessandro di Bucchianico zijn bekende onregelmatige aanpak. De geplande koningsaanval kwam aanvankelijk nauwelijks van de grond, totdat Di Bucchianico een tussenzet miste. De dames gingen van het bord en Gerard kon na pionwinst al zijn stukken op de vijandelijke monarch richten. De zwarte stukken waren verdwaald op de damevleugel en konden hun leider niet tijdig te hulp schieten. Gerard vlocht een aardig matnetje in de stelling en haalde het punt op overtuigende wijze binnen, 0 - 2.
Danniël kreeg door Roeland Wildemans een degelijke Engelse opening met dubbelfianchetto voorgeschoteld. Ondanks het grote ratingverschil was het devies om niets te overhaasten en geleidelijk verzwakkingen af te dwingen. Het verwachte foutje kwam na verloop van tijd. Danniël kon toen op twee manieren een pion winnen en koos uiteraard de minst handige. Hierna liet Wildemans een kans op tegenspel liggen, al zou die bij correct spel van zwart niets hebben opgeleverd. Danniël ruilde snel de dames, won een tweede pion en schoof het toreneindspel met vaste hand naar winst, 0 - 3.
Paul was na de ouverture in zijn element. Hij loerde middels een linke paardzet op kwaliteitswinst, maar had de respons van Rien de Böck niet zien aankomen. Een creatieve combinatie kostte een pion. Gelukkig had Paul de nodige compensatie. Hij werd in het zadel geholpen toen De Böck een één zet diepe penning overzag en een stuk inboette. Met een paard voor twee pionnen ging Paul op koningsjacht. De snelste winstweg werd niet door hem gevonden, maar de partijwinst en maximale teamscore kwamen ondanks hardnekkig tegenspel van De Böck niet meer in gevaar, 0 - 4.
Eindhoven (1846) | HSC B (1969) | 0 - 4 |
Alessandro di Bucchianico (2058) | Gerard van de Kerkhof (2025) | 0 - 1 |
Hans Bosscher (2015) | Hugo Faber (2001) | 0 - 1 |
Rien de Böck (1886) | Paul van Asseldonk (1971) | 0 - 1 |
Roeland Wildemans (1426) | Danniël van Boxtel (1878) | 0 - 1 |
13 november 2018: De Combinatie - HSC B (door Danniël van Boxtel)
HSC B heeft in Asten tegen medekoploper De Combinatie een nogal onnodige nederlaag geleden. Een gelijkspel had zeker tot de mogelijkheden behoord.
Paul belandde in een huisvariant van Martien van der Sanden. De witspeler toonde zich weinig pretentieus, ruilde binnen tien zetten de dames en stuurde op remise aan. Paul probeerde zich hieraan te ontworstelen, maar zijn stukken werkten slecht samen. De zwarte koning wandelde naar a5, maar kon steeds opnieuw onder vuur genomen worden. Van der Sanden had in de slotstelling niet beter dan een herhaling van zetten en Paul kon niet afwijken, ½ - ½.
Danniël had Jos Swinkels vanaf het startschot in de tang. Hij had een moordend loperpaar, oppermachtig paard, open lijn voor zijn toren en tevens een aanvallend ingestelde dame. Swinkels wist door stug verdedigen en diverse keren de enige zet te vinden zijn stelling dicht te houden. In wederzijdse tijdnood heeft Danniël wellicht een goede mogelijkheid laten liggen. Kwalijker was dat hij even later een blunder van Swinkels niet afstrafte. Via een aftrekschaakje had hij een kwaliteit kunnen winnen, waarna het eindspel gewonnen zou zijn. Een zet later zag Danniël deze mogelijkheid wel, maar toen was de uitvoering veel minder sterk. Swinkels kreeg een pion voor zijn kwaliteit en hield daardoor een sterke vrijpion over. Danniël moest de kwaliteit voor die pion teruggeven, waarna een pionneneindspel met ongelijke lopers resteerde, 1 - 1.
Hugo speelde tegen zijn lijfopening en hanteerde met wit een variant die hij zelf met de zwarte stukken lastig te bestrijden vindt. Hij zette Gerard van den Berg vast op de onderste rijen. Van den Berg kon amper een vin verroeren, maar er was voor Hugo geen doorkomen aan. Hugo koos daarom een andere aanpak, waarna Van den Berg zich echter kon bevrijden. Met gereduceerde klokstanden miste Van de Berg de eerste winstkans. Daarna leek Hugo de beste papieren te hebben. De geplande doorbraak in een paardeneindspel met pluspion pakte echter niet goed uit. Diverse pionnen verdwenen aan beide zijden van het bord en de slotstelling was in alle varianten remise, 1½ - 1½.
Pim kwam tegen Rob Aarts zonder nadeel uit de opening. Hij leek alles onder controle te hebben totdat Aarts de stelling ging openbreken om zijn loper meer bewegingsruimte en reikwijdte te geven. Het zwarte paard stond aan de andere kant van het bord plotseling buitenspel. Pim loste dat probleem op, maar inmiddels had Aarts een sterke koningsaanval opgebouwd. In tijdnood miste Pim een studieachtige verdediging. Na de tekstzet kon Aarts het matnet sluiten en de zwarte koning opknopen, 2½ - 1½.
De Combinatie (1980) | HSC B (1952) | 2½ - 1½ |
Gerard van den Berg (1994) | Hugo Faber (2001) | ½ - ½ |
Rob Aarts (2130) | Pim Blijlevens (1956) | 1 - 0 |
Jos Swinkels (1943) | Danniël van Boxtel (1878) | ½ - ½ |
Martien van der Sanden (1853) | Paul van Asseldonk (1971) | ½ - ½ |
6 november 2018: HSC B - Checkmate (door Danniël van Boxtel)
De wedstrijd tegen Checkmate werd twee weken uitgesteld omdat de tegenstander op de originele speeldatum geen compleet viertal op de been kon brengen. Het duel werd gekenmerkt door verprutste openingen, verkeerde offers en gemiste kansen.
Danniël kwam tegen de Weertse teamleider goed uit de opening. Het witte paard op e6 zag er dreigend uit, maar kon niets uitrichten en had op haar schreden moeten terugkeren. Ray Briels besloot in plaats daarvan op g7 in te slaan. Dat offer klopte echter van geen kanten. Na een tweede schaakje stond de koning op d8 veilig en had Briels vanwege de achtergebleven ontwikkeling van zijn damevleugel niets meer in te brengen. Danniël ontwikkelde zijn stukken, won een toren, hield alle dreigingen buiten de deur en rondde de partij met een torenoffer af, 1 - 0.
Paul verknalde zijn opening en stond op twee stoelen achter de witte stukken gezeten al binnen tien zetten positioneel verloren. Marco van der Linden weigerde wijselijk een vroeg remiseaanbod, maar was vervolgens niet doortastend genoeg. Paul kwam mede door de tijdnood van Van der Linden terug in de partij en had even later zelfs voordeel omdat zijn paard sterker was dan de zwarte loper. Paul won eerst één pion, later gevolgd door een tweede en mocht in de finale tijdnood van Van der Linden groot materieel incasseren, 2 - 0.
Pim zette zijn stukken in de opening onhandig neer en verloor binnen vijftien zetten geforceerd een pion omdat hij de belangrijkste dreiging van Raimund van Alphen had overzien. Bijna alle stukken gingen van het bord en het resterende toreneindspel was vanwege de afgesneden witte koning verloren. Pim gaf een tweede pion om zijn toren te activeren. Van Alphen miste enkele ogenschijnlijk eenvoudige winstvoeringen, maar was op tijd bij de les en loodste zijn laatste pion naar de overkant. Pim kon deze slechts ten koste van een toren afstoppen, 2 - 1.
Gerard had na de opening een probleem op de witte velden. Hij wist de meeste gaten te dichten, maar inmiddels had Dirk Bergmans een superieure stelling opgebouwd. Bergmans zag dat een stukoffer op d5 waarschijnlijk zou winnen. Die mogelijkheid bleef meerdere zetten in de stelling zitten, maar hij vond het juiste moment om toe te slaan niet. Gerard activeerde zijn stukken en kwam zowaar op de helft van zijn tegenstander. Bergmans meende dat een kwaliteitsoffer kansrijk zou zijn, maar dat was het niet. Daarna had Gerard de beste papieren, maar hij slaagde er niet in om zijn toren te activeren. De partij eindigde in een herhaling van zetten. Bergmans had niet beter en Gerard had te weinig tijd om te berekenen of zijn koning een veilig heenkomen zou vinden indien hij zou afwijken, 2½ - 1½.
HSC B (1958) | Checkmate (2001) | 2½ - 1½ |
Gerard van de Kerkhof (2025) | Dirk Bergmans (2083) | ½ - ½ |
Paul van Asseldonk (1971) | Marco van der Linden (2022) | 1 - 0 |
Danniël van Boxtel (1878) | Raymond Briels (1963) | 1 - 0 |
Pim Blijlevens (1956) | Raimund van Alphen (1937) | 0 - 1 |
24 september 2018: RDS - HSC B (door Danniël van Boxtel)
HSC B is het seizoen 2018/19 vals gestart. Tegen het zwakkere RDS werd slechts een gelijkspel behaald.
Invaller Maarten won kort na de opening een pion. Ad Verhagen wilde vervolgens actief worden om compensatie te vinden, maar verzwakte daarbij onherroepelijk de pionnenstructuur op zijn damevleugel. Maarten kon rustig al zijn stukken op een achtergebleven pion richten. Hij sloeg op het juiste moment toe, won die pion en daarmee de partij, 0 - 1.
Paul bood in een gelijke dichtgeschoven stelling remise aan. Dit was voor Martijn Bax het teken om de stelling open te breken, waarna Paul iets beter stond. Paul bereikte een licht voordelig toreneindspel, maar bracht zichzelf met een mindere zet gevolgd door een regelrechte blunder in de problemen. Vanwege een matdreiging won Bax een pion en na geforceerde torenruil was het pionneneindspel verloren, 1 - 1.
Gerard besloot op f7 in te slaan en een toren en twee pionnen tegen twee stukken te winnen. John ten Ham zat vanwege de stukkenmeerderheid in het middenspel in de driving seat, maar liet enkele mogelijkheden op voordeel onbenut. Omdat Gerard ook niet steeds de beste zet vond bleef de stelling onduidelijk. In een dynamisch evenwichtige positie besloot Gerard, mede omdat Danniël zeker zou gaan winnen, het remiseaanbod te aanvaarden, 1½ - 1½.
Danniël speelde tegen Bert de Laat veertig zetten lang een partij uit één stuk. Hij wikkelde vroeg af naar een stelling met een sterk paard tegen een zwakke loper, ruilde de dames en een setje torens en activeerde zijn koning. De Laat kon pionverlies en torenruil uiteindelijk niet voorkomen. Met de simpele winst binnen handbereik dacht Danniël net na de tijdcontrole ondekbaar mat in vier te zien. Dat bleek vanwege een fata morgana helaas niet meer dan eeuwig schaak te zijn en plotseling moest Danniël in een half punt berusten, 2 - 2.
RDS (1684) | HSC B (1971) | 2 - 2 |
John ten Ham (1814) | Gerard van de Kerkhof (2037) | ½ - ½ |
Martijn Bax (1763) | Paul van Asseldonk (1993) | 1 - 0 |
Bert de Laat (1632) | Danniël van Boxtel (1869) | ½ - ½ |
Ad Verhagen (1525) | Maarten Smit (1985) | 0 - 1 |