Uitslagen en korte verslagen van het NBSB-bekerteam

8 februari 2010: Eindhoven - HSC (door Maarten Smit)
Na onze triomf in Mierlo mochten we in de kwartfinale van de NBSB-bekercompetitie aantreden tegen Eindhoven. Opnieuw werden we opgezadeld met een uitwedstrijd, de derde op rij, zodat we op maandag 8 februari naar Eindhoven afreisden.
Tegen Eindhoven hadden we nog wat goed te maken; in de bondscompetitie verloor ons tweede immers afgetekend van hun tweede. Maar dat dat gemakkelijker gezegd is dan gedaan bleek wel uit het wedstrijdverloop.
Het begin was in ieder geval mooi. Ik merkte tot mijn genoegen dat mijn tegenstander in een gecompliceerde, maar gelijke stelling met nog twintig minuten op de klok ineens ruim een kwartier ging nadenken over zijn zeventiende zet. Met minder dan vijf minuten moesten er vervolgens nog 23 zetten geproduceerd worden. Mijn eerste licht complicerende zet was genoeg om mijn tegenstander te laten struikelen: stukwinst en 0 - 1.
Hierna leek het er goed uit te zien. Bij Gerard en Pascal, de twee witspelers aan onze zijde, waren moeilijke stellingen ontstaan, maar in beide gevallen gaf ik de HSC'ers de beste kansen.
Helaas ging het vrij snel mis. Gerard leek alles onder controle te hebben, maar de sterke Robert Klomp, die in de bondscompetitie de sterspeler van HSC 2 (Jos van der Tol) ook al te grazen had genomen, besliste het duel middels een door Gerard gemist schaakje hetgeen hem een vol stuk opleverde, 1 - 1.
"Dan moet ik het maar doen", was de eerste reactie van Pascal. Zijn stelling gaf hem alle reden tot optimisme, hoewel hij zijn koningsaanval naar mijn bescheiden mening veel efficiënter had kunnen laten verlopen. Nu kwam tegenstander Kastelijn met een koningsaanval op de andere vleugel en beperkte Pascal zich tot verdedigen. Dat ging nog best aardig en hij leek met een pion voorsprong uit de verwikkelingen te komen. Toen hij echter met een pion in plaats van een toren terug sloeg op f3, stelde hij zijn opponent in staat alsnog tactisch toe te slaan, 2 - 1.
Hiermee was ons bekeravontuur ten einde, ongeacht de uitslag op bord 4. In het beste geval zou dat bord namelijk als eerste afvallen, stellen de regels van het enigszins verouderde NBSB-bekerreglement. Maar een overwinning zat er ook niet echt in. Na een slappe Scandinaviër, met dank aan de witspeler, kreeg wit een minuscuul plusje. Danniël verdedigde zich naar behoren, speelde zijn paard op b6 om via het afgrijselijke veld a8, maar kwam via c7 op het vele malen betere veld d5 terecht. Hierna leek de stelling in evenwicht en gezien de stand stelden beide kemphanen zich tevreden met een half punt, 2½ - 1½.
Volgend seizoen zullen we maar weer een nieuwe poging wagen de NBSB-beker voor de vierde maal in de clubhistorie te veroveren!

Eindhoven (2024)HSC (1933)2½ - 1½
Robert Klomp (2077)Gerard van de Kerkhof (2030)1 - 0
Hans van den Hurk (2041)Maarten Smit (1940)0 - 1
Toine Kastelijn (2019)Pascal Boudewijns (1951)1 - 0
Jan Toorman (1959)Danniël van Boxtel (1812)½ - ½


Terug naar boven

12 januari 2010: Mierlo-Geldrop - HSC (door Danniël van Boxtel)
In de tweede ronde van de NBSB-bekercompetitie speelden we een uitwedstrijd tegen Mierlo-Geldrop. Toen de opstellingen waren ingevuld, bleek dat onze tegenstanders niet met hun sterkst mogelijke team aantraden. HSC was daarom duidelijk favoriet om deze wedstrijd te winnen.
Gerard speelde tegen oude bekende Albert Coenen. Er kwam een knotsgekke, loeischerpe Aljechin op het bord. Gerard versmaadde een geplande stukwinst vanwege alle verwikkelingen die daarna op het bord hadden kunnen komen. Binnen tien zetten had een zwart paard via d2, daar gedekt door een pion op c3, de witte loper op f1 geslagen en amper zes zetten later stond dit paard tot mijn verbazing rustig op c5 te grazen. Gerard had geweigerd om op f1 terug te slaan; dan kon hij immers niet meer kort rocheren. Zo'n partij was het dus. In de tussentijd had Gerard zich ook niet onbetuigd gelaten en een mooie stelling opgebouwd. Hij sloeg vervolgens het alom verwachte remiseaanbod af, ruilde de dames en won een pion. De zwarte koning dreigde in een matnet terecht te geraken en Albert dacht een aardige manier gevonden te hebben om via een schaakje torens te ruilen en zijn koning te ontlasten. Dat plan viel echter hard en snel in duigen. De koning van Gerard deed rustig een stapje terug. Albert moest het mat in één nog altijd voorkomen en verloor daardoor een volle toren, 0 - 1.
In de partij tussen erkende houwdegens Pascal en Arnoud de Graaf werd spectaculair vuurwerk verwacht. Het publiek werd echter zwaar teleurgesteld. Pascal zette de Pirc op z'n Fabers, slapper dan slap, op. Na de geplande dameruil bleek hij vervolgens geen aanknopingspunten te hebben. Het iniatiefje van De Graaf werd echter bekwaam opgevangen en de partij leek spoedig in remise te verzanden. Vanwege de tussenstand en de overige stellingen werd het remiseaanbod van Pascal geweigerd, maar kort daarna berustte De Graaf in de onvermijdelijke uitslag, ½ - 1½.
Danniël speelde met zwart een gambietopening en had steeds de gewenste compensatie voor zijn pion. De witte stukken kwamen niet los en moesten zich tot verdedigen beperken, terwijl de zwarte bisschoppen vrolijk over het bord schaatsten en de zwarte rossen heerlijk rond huppelden. Het vrolijke gehinnik werd zelfs hinderlijk en hier en daar werden de paarden zelfs tot stilte gemaand. Op het juiste moment wist Danniël via een grootscheepse ruilactie een schitterend eindspel te bereiken en daarbij de pion terug te winnen. Vanwege de gruwelijke plaatsing van de witte stukken en dreigende grappen op de onderste rij, kwam hij zelfs spoedig een pion voor te staan. In tijdnood werd de winstweg in het eindspel van paard en vijf pionnen tegen paard en vier pionnen, en later paard en twee pionnen tegen paard en pion, echter mede door de actieve verdediging van Onno Marsman helaas niet gevonden, 1 - 2.
Door deze remise had HSC zich geplaatst voor de kwartfinale. Bij eventueel verlies van Maarten zou de overwinning van Gerard immers doorslaggevend zijn.
Maarten kwam tegen HSC-lid Pim Blijlevens niet lekker uit een Trompovski. Hij moest door slordig spel een vervelende dubbelpion toestaan en het initatief aan Pim laten. Pim deed echter te weinig met zijn mooie stelling, waarna Maarten uit zijn schulp kroop en via enkele goede zetten in de partij terug kwam. Na de tijdcontrole restte een eindspel met ongelijke lopers en voor ieder twee verbonden vrijpionnen. Ambitieloze loperzetten waren voor beiden de enige reële optie, met remise als logisch gevolg. Pim besloot echter actief te worden en zijn pionnen op te spelen. Daardoor kwam hij zelf juist in tempodwang, zodat Maarten de kans kreeg om te promoveren en de uitslag van de wedstrijd verder te verfraaien, 1 - 3.

Mierlo-Geldrop (1842)HSC (1926)1 - 3
Albert Coenen (1935)Gerard van de Kerkhof (1984)0 - 1
Pim Blijlevens (1900)Maarten Smit (1920)0 - 1
Arnoud de Graaf (1850)Pascal Boudewijns (1986)½ - ½
Onno Marsman (1683)Danniël van Boxtel (1814)½ - ½


Terug naar boven

16 november 2009: De Kentering - HSC (door Danniël van Boxtel)
De eerste ronde van de NBSB-bekercompetitie bracht ons in café D'n Beer in Rosmalen, het thuishonk van locale schaakvereniging De Kentering. Het hoogste team van deze bescheiden club speelt in de tweede klasse NBSB. Er was vooraf derhalve sprake van een gunstige loting en goede kansen om een ronde verder te komen.
De Kentering had echter een slimme opstelling uitgedacht. Twee punten aan de eerste drie borden zouden voor hen voldoende zijn om ons uit te schakelen. In de NBSB-bekercompetitie geldt immers nog altijd de belachelijke regel dat bij een gelijkspel het resultaat van het vierde bord vervalt, bij remise aan dat bord het resultaat van het derde bord vervalt, etcetera; alleen bij vier remises volgt een nader af te spreken barrage of loting. Hun sterkste spelers zaten dan ook aan bord 2 en 3. Op beide borden hadden ze zelfs een miniem ratingvoordeel. De Rosmalenaren kwamen uiteindelijk vrij ver met hun tactiek, maar gelukkig net niet ver genoeg.
Op bord 2 werd Ton na een zeer beroerde openingsaanpak en enkele verloren tempi volledig zoek gespeeld door Stan Heijmans. De witte aanval speelde als vanzelf en Ton moest zich weren tegen diverse dreigende meteoorinslagen. Dat ging ondanks verwoede en kranige pogingen uiteraard een keer mis. Een zwart stuk ging verloren en daarna werd Ton's koning handig door Heijmans naar het inslagpunt gemanoeuvreerd. De zwarte koning is sindsdien spoorloos en het verschroeide schaakbord wordt nu gekenmerkt door een fikse krater op de plaats waar The King voor het laatst werd gezien, 1 - 0.
Vol overtuiging wist Pascal de stand gelijk te trekken. Hij begint geleidelijk in vorm te komen en trof in Luc Seuter een ideale tegenstander om zijn aantal winstpartijen van dit seizoen te verdubbelen. Pascal zette de partij rustig op en bracht vervolgens enkele complicaties in de stelling. Deze leidden door het grote verschil in speelsterkte vrij snel tot pionwinst. Toen Seuter daarna onterecht dacht een kwaliteit te kunnen winnen, raakte een zwart paard op a2 verzeild. Hoewel een bepaald HSC-lid erg trots op deze positionering zou zijn, leidde deze (ver)dwaling tot het verlies van nog een pion. Pascal mocht de felicitaties in ontvangst nemen toen Seuter kort daarna nog een vol stuk verblunderde, 1 - 1.
Volgens Frans bleek in de opening helemaal niet dat tegenstander Jan Arts een kleine 300 Elopunten minder had dan hijzelf. In het vroege middenspel won Frans echter een pion en na dameruil was Frans in het eindspel helemaal in zijn element. Enkele laatste stuiptrekkingen van Arts werden handig aangepakt en Frans ontdekte tot zijn genot dat toreneindspelen in sommige stellingen best te winnen zijn. Arts zag het hopeloze van zijn missie in toen een tweede witte pion verloren ging en een zwarte pion snel opstoomde, 1 - 2.
Danniël speelde tegen Rob Maas vanuit de opening op winst. Hij had zelf kort gerocheerd, maar vloog desondanks met zetten als f2-f4, g2-g4-g5 en h2-h4-h5, ondersteund door diverse stukken, de zwarte monarch naar de strot. Maas moest zich beperken tot het stutten van zijn stelling. Een doorbraak kon echter niet geforceerd worden en Danniël had erg veel bedenktijd nodig om zijn mataanval gaande te houden. Toen de zwarte koning bijna mat stond moest Danniël inmiddels in een complexe stelling acht zetten binnen een minuut doen, terwijl zijn eigen koning enorm op de tocht stond. Maas kwam via een tussenschaakje tot dameruil en een volledige ontmanteling van de witte mataanval. Danniël haalde echter de tijdcontrole en kon in het resterende eindspel binnen enkele zetten de benodigde remise afdwingen en de teamwinst veilig stellen, 1½ - 2½.
Chauffeur Frans had de gehele avond warme chocolademelk en tenslotte een Kriek zonder ijsklontjes gedronken. Dat hebben we geweten op de terugweg. De route naar Veghel verliep niet volgens de gerichtste route, maar via onder andere Berlicum (gas bijgegeven bij alle voetgangersoversteekplaatsen), Heeswijk (het kasteel mochten we echter niet van dichtbij bewonderen van De Meneer) en Dinther, via ontelbare drempels. Frans begreep ons onsbegrip niet. We hebben werkelijk enorm veel lol gehad. Het niveau zakte echter steeds verder, hetgeen zich bijvoorbeeld uitte in moppen van het volgende kaliber: "Waarom zijn Vlaamse frieten geel?" "Omdat de Ollanders er altijd over zitten te zeiken!" Dik na middernacht werd ik na een plezante avond weer thuis afgeleverd. Het was mooi!

De Kentering (1713)HSC (1868)1½ - 2½
Luc Seuter (1621)Pascal Boudewijns (1986)0 - 1
Stan Heijmans (1831)Ton van der Zanden (1821)1 - 0
Rob Maas (1824)Danniël van Boxtel (1814)½ - ½
Jan Arts (1577)Frans van Neerven (1849)0 - 1


Terug naar boven